Dieren en leven na de dood


Dieren en leven na de dood

door Titus Rivas



Samenvatting
Er is betrouwbaar bewijsmateriaal voor ESP bij dieren, dat wijst op een onstoffelijk deel in hun natuur dat voor zijn bestaan niet afhankelijk is van het brein. Argumenten tegen deze vorm van ESP lijken louter gebaseerd op een westerse traditie die het bestaan van een onsterfelijke dierlijke ziel bij voorbaat uitsluit. Bovendien zijn er authentieke ervaringen die wijzen op een paranormaal contact met overleden huisdieren. Uitgaande van een dierlijk overleven na de fysieke dood, is ook het bestaan van dierlijke reincarnatie aannemelijk, evenals een evolutie van de dierlijke ziel over meerdere levens heen.

Inleiding
Dieren worden tegenwoordig gelukkig meestal niet meer gezien als geestloze machines. Dat is wel eens anders geweest. De Franse filosoof Rene Descartes stelde schaamteloos dat dieren "automata" waren, mechaniekjes zonder ziel of gevoel (Rivas, 1995). Veel korter geleden geloofde men in de psychologie nog bijna algemeen dat het niet nodig was een dierlijk bewustzijn te veronderstellen om het gedrag van dieren te kunnen verklaren. Helaas is deze "behavioristische" doctrine nog niet helemaal uitgestorven, maar de meeste psychologen vinden haar niet langer aannemelijk. Dieren zijn tegenwoordig ook volgens de psychologie gevoelige wezens met een bepaalde intelligentie en een innerlijke beleving (Rivas, 1997).

Sommigen vinden dit "nieuwe" inzicht trouwens niet bepaald positief. Grosso modo kunnen zij daar drie redenen voor hebben:

- Als dieren innerlijke ervaringen hebben, betekent dat we ze niet meer zomaar mogen gebruiken voor menselijke doeleinden. We moeten dan rekening houden met hun gevoelens en belangen. Veel mensen vinden dat geen goed nieuws, omdat ze bijvoorbeeld erg graag vlees of vis eten, omdat ze bont willen dragen of omdat ze zelf als wetenschapper akelige "invasieve" proeven doen op dieren.
- De mens is binnen veel filosofische stromingen en godsdiensten op een onaantastbaar voetstuk gezet. Hij zou totaal en principieel anders zijn dan alle andere diersoorten. Als blijkt dat andere dieren psychologische wezens zijn, wordt de kloof tussen mens en dier opeens ook een stuk kleiner, wat voor sommigen echt bedreigend is. Alsof we zelf opeens niets meer zijn dan "beesten" en het leven er daarmee veel banaler, platvloerser en zinlozer uit zou komen te zien.
- Vooral westerlingen die opgegroeid zijn binnen de joods-christelijke traditie verkeren in de veronderstelling dat mensen wel een onsterfelijke ziel hebben (of zijn) en dieren niet. Dit zou je ook kunnen afleiden uit geestelijke kwaliteiten die mensen bezitten en die dieren dus niet zouden hebben. Als blijkt dat dieren die eigenschappen ook hebben, is dat volgens sommigen een bedreiging voor een spiritueel mensbeeld.

Geen van deze redenen is overigens steekhoudend. Allereerst kun je m.i. probleemloos de conclusie trekken dat je dieren inderdaad niet mag gebruiken als zielloze dingen zonder belangen, en is het alleen maar mooi als we dat eindelijk inzien (Rivas, 2003c).
De continuiteit tussen mens en dier hoeft voorts geen degradatie van de mens te betekenen, maar kan juist leiden tot een verhoging van de status van dieren. De mens verliest dan niets van zijn waardigheid, en andere dieren gaan er op vooruit.
Ook wil geestelijke continuiteit tussen mens en dier, zoals ik hieronder zal toelichten, allerminst zeggen dat we een beeld van de mens als onsterfelijke geest of ziel voortaan wel op onze buik kunnen schrijven.

John L. Randall en de paranormale vermogens van dieren
Aan het einde van de vorige eeuw stond John L. Randall (Randall, 1998, Rivas, 1999a), stil bij het vraagstuk van de zogeheten Animal PSI, dat wil zeggen de eventuele paranormale vermogens van dieren. Zijn dieren in staat om paranormale waarnemingen te doen door helderziendheid of voorschouw, om telepathisch contact met elkaar te hebben of om hun omgeving direct te beinvloeden door middel van psychokinese? Randall erkent dat er wel enig bewijsmateriaal bestaat dat je zo kunt interpreteren, maar stelt dat het veel eenvoudiger is om dat toch niet te doen. Volgens hem is het theoretisch aannemelijker om klaarblijkelijke paranormale ervaringen rond dieren niet aan die dieren zelf toe te schrijven (en ook niet aan toeval overigens), maar aan mensen die bij die dieren betrokken zijn, zoals onderzoekers of verzorgers. Die zouden namelijk het brein van de dieren in kwestie veranderen door psychokinese (directe inwerking van hun typisch menselijke geesteskracht). Stel bijvoorbeeld dat een hond zonder aanwijsbare reden opeens luid begint te janken terwijl op datzelfde moment zijn baasje op 1000 km afstand volkomen onverwachts dodelijk verongelukt. Dan zou Randall niet redeneren: "Die hond is er duidelijk door middel van telepathisch contact achtergekomen dat zijn geliefde baasje is verongelukt. Dat fenomeen kennen we ook van mensen onderling die een sterke emotionele band met elkaar hebben, dus is er geen reden om te veronderstellen dat er nu opeens iets totaal anders aan de hand is alleen omdat een hond de telepathische indruk van de dood van zijn baas krijgt." In plaats daarvan beweert Randall in zo'n geval juist dat het eenvoudiger is om te denken dat niet de hond, maar een menselijke geliefde van de verongelukte een telepathische indruk van zijn dood heeft gekregen. Dat die indruk vervolgens onbewust bleef bij die persoon zelf maar wel (ook weer onbewust) psychokinetisch inwerkte op het brein van de hond, en dat de hond vervolgens als een automaat van Descartes zonder enig besef is gaan janken. In een reactie op de positie van Randall stel ik dat deze voorstelling van zaken in feite betekent dat we zouden terugkeren naar een volledig materialistisch beeld van dieren als zielloze biologische robots. Overigens heeft John L. Randall in zijn repliek hierop verontwaardigd tegengesproken dat hij dat dit bedoelde. Maar als hij echt niet uitgaat van dieren als gevoelloze machines, wordt zijn positie alleen maar vreemder. Want waarom zou je dan in godsnaam nog willen volhouden dat dieren nu eenmaal nooit zelf paranormale waarnemingen kunnen doen en in plaats daarvan zo'n ongelooflijk ingewikkelde theorie willen opstellen?
In feite geeft Randall zelf impliciet het antwoord op deze vraag. Het is hem te doen om het veilig stellen van het "bovennatuurlijke" karakter van paranormale vermogens. Het toeschrijven van dergelijke vermogens aan andere diersoorten dan de mens zou daar namelijk mee in strijd zijn volgens hem. Indien paranormale vermogens iets zouden blijken te zijn dat ook bij andere dieren voorkomt, zouden ze volgens Randall kennelijk opeens hun enorme belang verliezen voor het opbouwen van een spiritueel mensbeeld. Hierop heb ik geantwoord dat het de hoogste tijd wordt eens de andere kant uit te denken. Als paranormale vermogens ook bij dieren voorkomen, wil dat niet zeggen dat mensen opeens geen spirituele wezens meer zijn, maar juist dat andere dieren zelf ook onsterfelijke zielen zijn.

Dieren en PSI
Er komen hoe dan ook paranormale vermogens voor onder dieren (Rivas, 1999b). Zo zijn er gevallen bekend van huisdieren die duizenden kilometers aflegden naar het nieuwe huis van hun baas, zonder dat ze aan normale aanwijzingen konden afleiden waar dat huis zich bevond. Het beste bewijsmateriaal heeft te maken met reacties van dieren op de gemoedstoestand of de bedoelingen van mensen die zich op dat moment niet in dezelfde ruimte bevinden. Ian Fraser Ker uit Westcourt, Surrey, merkte bijvoorbeeld dat zijn hond, een boxer, steeds erg opgewonden werd vlak voordat hij thuis kwam. Hij was iemand die voor zijn werk ver van huis met het vliegtuig moest reizen en dus ook op onvoorspelbare tijden thuiskwam. Dit ging op den duur zo ver dat zijn vrouw op dagen dat de boxer tekenen van opwinding vertoonde en daarbij bij de voordeur ging zitten met zijn snuit zo ver mogelijk in de brievenbus, wist dat het tijd was om eten voor haar man klaar te maken. Hij kon dan elk moment van het vliegveld bellen dat hij er aan kwam. Dit vermogen om iemands thuiskomst te voorvoelen is volgens de bekende bioloog Rupert Sheldrake vastgesteld bij allerlei diersoorten, waaronder honden, katten, schapen, paarden, apen en papegaaien.
Daarnaast is er ook nog het vermogen van veel dieren om aan te voelen dat een geliefd persoon is overleden en zelfs om diens dood te voorvoelen. Een voorbeeld van dit laatste betreft Christine Vickery en haar man in Sacramento, Californie. Meneer Vickery was schijnbaar nog kerngezond toen hij op de avond van de eerste december 1995 thuiskwam. Normaliter kwamen zijn honden Smokie en Popsie op dat moment op hem afrennen om hem te begroeten, maar dit keer bleven ze in hun manden in een andere kamer liggen. Hij riep ze, maar ze weigerden naar hem toe te gaan. Om 9 uur die avond kwamen de honden de eetkamer binnen en gingen aan de voeten van hun baas zitten. De heer Vickery werd ongerust en vroeg zich hardop af wat zij wisten dat hij zelf niet wist. Ze volhardden gedurende de volgende vijf dagen in dit merkwaardige ritueel. Op de avond van de zesde december knuffelde Smokie, de oudste hond, het been van zijn baas met zijn snuit. Popsie gaf hem een poot. Om half 2 's middags stierf Vickery in zijn slaap zonder dat hij of zijn vrouw had geweten dat hij ernstig ziek was geweest.
Rupert Sheldrake heeft zelf ook met succes experimenteel onderzoek gedaan met huisdieren om vast te stellen of ze konden aanvoelen dat hun baasje er onverwachts aan zou komen .
Een nog lopend project is dat van Aimee Morgana met haar sprekende grijze papegaai N'kisi die naar verluidt spontaan telepathisch op haar zou reageren (Rivas, 2003b)
Vanzelfsprekend worden bij onderzoek naar ESP alle normale zintuiglijke kanalen (die bij dieren vaak verschillen van de menselijke zintuigen) eerst uitgesloten als bron van informatie.
Wat psychokinese betreft, geldt in elk geval dat dieren net als mensen hun eigen lichaam met hun wil kunnen bewegen en voortbewegen. Net als bij mensen moeten we daarbij uitgaan van een vorm van psychokinese op het dierlijke lichaam. Daarnaast zijn er nog enkele experimenten met psychokinese uitgevoerd, waarvan een deel ethisch gezien echt ongeoorloofd lijkt. Kuikens leken daarbij onder meer de warmte in de ruimte waarin ze verbleven te kunnen beinvloeden.

ESP en een overleven na de dood
Velen zijn er na tientallen jaren gedegen onderzoek nog steeds overtuigd van dat er geen leven na de dood bestaat. Een van de redenen dat men het bestaan van paranormale vermogens verwerpt, is dat erkenning van dergelijke vermogens uiteindelijk ook leidt tot het aannemen van een leven na de dood. Paranormale vermogens gaan namelijk per definitie de grens van het lichamelijke te boven en wijzen er daarmee op dat de ziel tenminste aspecten kent die niet gebonden zijn aan het lichaam. Zodra je van een wezen kunt vaststellen dat het ESP of psychokinese vertoont, weet je dus eigenlijk dat zijn geest (in elk geval gedeeltelijk) de dood zal overleven.
Nu zou men even goed het tegenovergestelde kunnen doen: dus zomaar aannemen dat mensen en andere dieren ESP vertonen omdat hun geestelijke overleven na de dood daarmee tenminste gewaarborgd zou zijn. Natuurlijk is dat net zo ongeoorloofd als de genoemde afwijzing van ESP.
In ieder geval weten we al dat er naar alle waarschijnlijkheid ESP voorkomt bij dieren, en daarmee weten we ook dat ze al even waarschijnlijk de dood geestelijk zullen overleven (Rivas, 2003a).

Verschijningen van dieren
De conclusie dat dieren de dood overleven wordt mooi bevestigd door ervaringen met verschijningen van overleden dieren.
Al in het 19e eeuwse parapsychologische Report on the Census of Hallucinations van de Engelse Society of Psychical Research komen 25 verslagen voor van verschijningen van dieren: eenmalige ervaringen met 13 katten, vier honden, een konijn, een muis, een vlinder, een paard met wagen, en herhaalde ervaringen met katten en twee gevallen waarin zowel katten als honden voorkwamen. Een aangrijpend recent voorbeeld van een recente verschijning betreft ene Robin Deland uit Denver (Colorado). Deze reed 's avonds laat een keer over een smalle en kronkelige weg door een bergachtige streek, toen hij een verschijning van een grote collie op de weg voor hem zag, die hij onmiskenbaar herkende als zijn overleden hond Jeff. Deland remde uit alle macht en sprong uit de auto. Hij rende met knikkende knieen achter zijn hond aan. Jeff draaide zich om en begaf zich naar de top van een heuvel voor hem. Nadat Deland hem gevolgd was zag hij een grote zwerfkei op de weg die daar beland was door een aardverschuiving. Als hij niet gewaarschuwd was, had hij de zwerfkei zeker niet op tijd kunnen ontwijken en dan was hij daardoor in het ravijn beland. Toen hij zich realiseerde, keek hij waar zijn hond gebleven was, maar die was onvindbaar.

Communicatie met overleden dieren
Helderzienden zoals Beatrice Lydecker menen gezien te hebben hoe dieren na hun overlijden in een soort dierenhemel terecht kwamen. Sommige van hen beweren tevens dat ze telepathisch contact kunnen leggen met overleden huisdieren. Dat alles is zeker niet uit te sluiten.
Hetzelfde geldt voor dromen waarin mensen werkelijk contact lijken te hebben met gestorven dieren. Een sprekend voorbeeld is dat van de moeder van een eigenares van een vermiste Engelse mastiff, Fife genaamd. De vrouw droomde dat Fife kwispelend op een heuvel stond. De hond keek vervolgens naar beneden en daar zag zij zijn gehavende, levenloze lichaam liggen. De volgende morgen nam ze haar dochter mee en liep naar de plek waar ze over gedroomd had. Ze vonden het lijk van Fife terug, precies zoals het eruit had gezien in haar droom.
Dit soort gevallen wijzen erop dat dieren net als mensen na hun dood telepathisch contact kunnen zoeken met levenden. Het is redelijk om te verwachten dat er ook hierin geen verschil bestaat tussen menselijke en dierlijke zielen.

Reincarnatie van dieren
Dieren zijn geestelijke wezens, net als mensen. Het is dus zeker te verwachten dat ze net als wij een persoonlijke evolutie doormaken die meerdere aardse levens beslaat. Sterker nog, het is bepaald niet onaannemelijk dat ze daarbij van de ene diersoort naar de andere kunnen overgaan. Als we dit doortrekken, zien we in dat we zelf waarschijnlijk ook al leden van allerlei diersoorten geweest zijn en dat veel dieren misschien ooit nog (een soort) mensen zullen worden.

Referenties
- Randall, J.R. (1998). Animal PSI revisited. The Paranormal Review, 6, 12-15.
- Rivas, T. (1995). Dieren: robots of subjecten? Leven en laten leven.
- Rivas, T. (1997). Hebben dieren een bewustzijn? Psychologie, juli/augustus, 22-25.
- Rivas, T. (1999a). Animals and PSI: a question of parsimony. The Paranormal Review, 9, 9-10.
- Rivas, T. (1999b). Bestaat er een dierlijke ziel? Gezond Idee!, 46, 12-13.
- Rivas, T. (2003a). Geesten met of zonder lichaam: pleidooi voor een personalistisch dualisme. Delft: Koopman & Kraaijenbrink.
- Rivas, T. (2003b). Hebben dieren veel te vertellen? Prana, 139, 59-68.
- Rivas, T. (2003c). Onrechtvaardig diergebruik: essays over dieren, ethiek en veganisme. Delft: Koopman & Kraaijenbrink.
- Sheldrake, R. (1999). Honden weten wanneer hun baas thuiskomt: een onderzoek naar de mysterieuze vermogens van dieren. Utrecht/Antwerpen: Kosmos Z&K

Noten
1. Met dank aan Anny Dirven, Esteban Rivas en Rudolf H. Smit.
2. Los van onschuldig onderzoek zoals dat van Rupert Sheldrake zijn er helaas ook immorele proeven met dieren uitgevoerd om vast te stellen of ze paranormale vermogens hebben.

Naar de homepage

Animals and the Afterlife

Boeken van Athanasia