Hoofdstuk 4. Advies voor hulpverleners

Meer dan tweeduizend jaar geleden schreef Plato in De Republica de bekende allegorie van de grot. Plato beschrijft daarin de situatie van een ondergrondse wereld waarin mensen vanaf hun geboorte gevangen worden gehouden, vastgeklonken met hun gezichten naar de achterkant van een grot zodat zij alleen de schaduwen kunnen zien van voorwerpen die langs een groot vuur gaan dat achter hun rug brandt. Vervolgens stelt Plato voor dat een gevangene tijdelijk bevrijd wordt en naar onze wereld wordt gehaald met al haar schoonheid. Als deze gevangene uiteindelijk weer terugkeert in de wereld van schaduwen en verslag doet van zijn ervaringen zou hij waarschijnlijk worden bespot en uitgelachen, aldus Plato. Daarnaast zou deze gevangene zich weer moeten aanpassen aan een wereld die veel beperkter is dan de bovenwereld. De problemen waar die ene gevangene tegenaan loopt, komen sterk overeen met die van BDE-ers. Uit de persoonlijke verslagen van BDE-ers komt zeer vaak naar voren dat zij moeilijkheden ervaren bij het delen van hun verhaal met anderen. Enerzijds omdat BDE-ers bang zijn niet voor vol te worden aangezien en afwijzende of onbegrijpende reacties in ontvangst te moeten nemen. Anderzijds omdat de inzichten waarmee zij in aanraking zijn gekomen niet aansluiten bij het 'normale' beeld van de werkelijkheid. Beide moeilijkheden zijn in het dagelijks leven vrijwel onvermijdelijk. Een groot deel van de mensheid kan zich nu eenmaal geen enkele voorstelling maken van hetgeen BDE-ers hebben meegemaakt. Dit gegeven doet het belang dat BDE-ers op begrip van hulpverleners moeten kunnen rekenen sterk toenemen. Het strekt tot aanbeveling elke vorm van onbegrip of afwijzing binnen de hulpverlening tot een minimum te beperken. Zoals reeds aanbevolen door Elfferich (1998) is het zich kunnen uiten van essentieel belang voor de verwerking, acceptatie en integratie van de BDE in het leven. De vraag is hoe kan worden bewerkstelligd dat hulpverleners op een begripvolle wijze reageren op clienten die een BDE hebben beleefd.
Hieronder is een aantal richtlijnen samengebracht die gebaseerd zijn op therapeutische ervaringen van Moody (1988). Deze richtlijnen kunnen als handvatten dienen voor hen die in contact komen met BDE-ers.

1. Laat BDE-ers vrij over hun ervaring spreken:
Luister eenvoudig naar wat door een BDE-er verteld wordt over de ervaring. Laat hen aan het woord, zoveel zij willen. Vermijd daarbij om eigen bedenkingen over leven na de dood te vermelden. Het enige dat een BDE-er echt nodig heeft, is iemand die wil luisteren. Daarbij is van belang de interpretatie die de BDE-er aan de ervaring geeft te accepteren. Deze interpretatie zal doorgaans non-conventioneel, dat wil zeggen spiritueel, van aard zijn.

2. Stel de BDE-er indien nodig gerust dat hij/zij niet de enige is met zo'n ervaring:
Men kan rustig vermelden dat een BDE heel gewoon is en dat vele anderen zo'n ervaring ook hebben gehad. Tevens kan hierbij worden opgemerkt dat velen door deze ervaring emotioneel zijn gegroeid.

3. Vertel indien nodig iets over de ervaring:
Vooropgesteld dat een therapeut over enige kennis beschikt ten aanzien van BDE's, kan vermeld worden dat een ervaring zoals de client deze heeft gehad een 'bijna-doodervaring' wordt genoemd. Door het geven van een naam aan hetgeen de betrokkene beleefd heeft, geef je de persoon een handvat om tot een beter begrip van het gebeurde te kunnen komen.

4. Betrek zo mogelijk het gezin van de BDE-er erbij:
Zoals eerder besproken zijn de veranderingen voor direct betrokkenen doorgaans moeilijk te hanteren. Een persoon die voor zijn BDE zeer carrieregericht en egocentrisch was ingesteld, kan na zijn BDE veranderen in een altruistisch en beduidend minder ambitieus type. Alhoewel dit als zeer positieve veranderingen kunnen worden gezien, kan dit een flinke schok opleveren voor echtgenote, kinderen en overige familie en vrienden. Van belang is dat iedereen zich kan uiten over de veranderde situatie.

5. BDE-ers in contact brengen met andere ervaarders:
Het is altijd verstandig iemand die een BDE heeft meegemaakt te wijzen op de mogelijkheid in contact te komen met andere mensen die een soortgelijke ervaring hebben gehad. In Nederland kan daartoe contact opgenomen worden met Stichting Merkawah, IANDS-Nederland in Roosendaal. Deze stichting biedt een oprecht luisterend oor aan mensen die een BDE hebben beleefd. Daarnaast biedt zij opvang en begeleiding aan BDE-ers en hun naaste omgeving.

6. BDE-ers laten lezen over ervaringen van anderen:
Een welkome aanvulling op gesprekken voeren, is het laten lezen van goede boeken over BDE's. Vele ideeen en ervaringen kunnen op die manier rustig worden overdacht. Dit kan een belangrijke bijdrage leveren voor het inpassen van de ervaring in het verdere leven en het omzetten van nieuw verworven inzichten en waarden in actie.

7. Inzicht in verantwoordelijkheid als therapeut:
Als therapeut is het van belang te beseffen dat de reactie die gegeven wordt op de ervaring bepalend kan zijn voor de integratie van de BDE. Een begripvolle, accepterende reactie leidt veelal tot persoonlijke groei. Een niet begrijpende of zelfs afwijzende reactie zal eerder kunnen leiden tot het onderdrukken van de ervaring als zijnde 'vreemd' en worden ervaren als een teken dat het slecht is gesteld met de eigen geestelijke stabiliteit.

Bovenstaande richtlijnen kunnen een houvast vormen voor hulpverleners die te maken krijgen met BDE-problematiek. Het meest van belang is naar mijn mening een werkelijk empatische houding die uitgaat van de hulpverlener naar de BDE-er.

Terug naar het begin van de scriptie

Hoofdstuk 5