|
Slechte Max Winter mysteries heeft Felix Thijssen nog niet geschreven. Daar waar, zoals hier, de plot wat minder is, zijn er immers altijd nog de plezierige stijl, de vlotte dialogen en de zich ontwikkelende relatie tussen Max Winter en zijn computerhulpje CyberNel die de Max Winter mysteries het lezen waard maken. In dit geval is de plot wat minder omdat 100 pagina´s voor het einde al duidelijk is in welke richting de moordenaar gezocht moet worden en de rest van het boek een achtervolging vormt. Verder doet de plot achter de moord nogal gepuzzeld aan, het is moeilijk voor te stellen dat personen in werkelijkheid ook zo zouden handelen. `Ik blijf die verhoudingen niet snappen,` zegt de nuchtere CyberNel tegen het einde van het boek. De verklaringen die Max Winter daarop geeft overtuigen haar (en dus ook de lezer) niet echt. Als de personages de motieven al moeilijk kunnen geloven, vraag je je af waarom de schrijver ze gehandhaafd heeft. Een aardig, lekker leesbaar verhaal dus, maar niet één van de beste Max Winter mysteries.
Het boek werd opgedragen aan Jan en Mary en Boeffie. Verder is er een uitgebreid woord van dank aan diverse mensen voor verleende hulp en informatie bij het schrijven van het boek.
In de VN´s Detective & Thrillergids ontving Ingrid twee sterren **
Rinus Ferdinandusse schreef in de Vrij Nederland van 24 maart 2001: “Thijssen schrijft sterke en gevatte dialogen en heeft daarmee van Max Winter de meest onderhoudende speurder van de eeuwwende gemaakt. In dit boek, met al die dames, draagt hij het boek met zwier door de wat magere plot: wat Ingrid, vergeleken met de drie eerdere vrouwen aan spanning mist, wordt goedgemaakt door lust, gratie en de vuige valstrikken die het gevolg zijn van de vrouwelijke begeerte.”
Gijs Korevaar in de Haagsche Courant van 17 februari 2001 (“Onrust aan de Linge”): “Felix Thijssen (…) heeft met `Ingrid´ opnieuw een bijzonder boek geschreven. De intrige is overzichtelijk. En, misschien nog wel belangrijker, geloofwaardig. Aanvankelijk wordt de lezer keurig op het verkeerde been gezet door het onverwachte verleden van het slachtoffer, maar al vrij snel wijkt het boek af van de gebaande paden van georganiseerde misdaad en blijkt het mtief voor de moord veel persoonlijker te zijn. Bovendien is `Ingrid` gewoon een goed geschreven boek. Uitgewerkte karakters, mooi taalgebruik en een goed opgebouwde spanningsboog. Kortom, een echte aanrader.”
“Felix Thijssen is met een van zijn immer vrouwennamen dragende thrillers niet alleen voor de Gouden Strop genomineerd, hij heeft die gewonnen. En terecht, want zijn boeken zijn spannend en goed geconstrueerd terwijl ze toch geloofwaardig blijven. (…) Het boek is vloeiend geschreven, de hoofdpersoon en zijn helpster Cyber Nel zijn competent, slim en aardig. `Ingrid´ zorgt voor uitstekende afleiding.”
(Willy Wielek,”Poldercrime”, Trouw 10 februari 2001)
“Wat moeten we nog toevoegen aan wat we hier in deze rubriek al eerder over de Winter-serie hebben gemeld? Niets eigenlijk. Ook deze `Winter` steekt prima in elkaar. Alles klopt: dialogen, plot en beschrijvingen.”
(Rolf Bos, “Verknipte Ingrid”, De Volkskrant 9 maart 2001)
“Ingrid is het beste Max Winter Mysterie tot nu toe. Onder meer omdat de plot eenvoudig en uitvoerbaar is. (…) Omdat, tenslotte, Felix Thijssen de taal, waarin een goede Nederlandse thriller wordt geschreven (je zou in zijn geval zeggen: uitgebeeld), volledig beheerst. (…) Ingrid is ijzersterk, ook in de dialogen en in de monologen die Winter tegen zichzelf afsteekt.”
(Menno Schenke, “Een eenvoudige en uitvoerbare plot”, Algemeen Dagblad 26 januari 2001)
“Ook het vierde Winter-mysterie is weer top. Felix Thijssen schrijft onvermoeibaar verder aan een van de mooiste reeksen ooit in het Nederlandse thrillergenre verschenen. Max Winter (…) beleeft in Ingrid alweer zijn vierde mysterie, dat bol staat van spanning en emoties. (…) De ontknoping is typisch Thijssen: schokkend. Dat Max en CyberNel steeds meer naar elkaar toegroeien, belooft veel voor nummer vijf.”
(Arno Ruitenbeek, “Vierde Winter-mysterie doet verlangen naar vijfde”, GPD)
“Eigentlich sollte man Detektive, die nach amerikanischem Vorbild auch in ihrem Privatleben ständig über Leichen stolpern, tunlichst meiden. Eigentlich! Denn Felix Thijssen entwickelt eine fesselende Story mit durchaus glaubhaften Charakteren, an deren Psychoinventar ihm spürbar gelegen war. Gerne also auf ein Neues mit Thijssen – exotische, erotische oder auch Allerweltsnamen stehem dem Autor schließlich fast unbegrenzt zur Verfügung.”
(Ulrich Deurer, Amazon.de-Redaktion) |
|