Dikkertje Dap

(Annie M.G.Schmidt)

Dikkertje Dap klom op de trap,
's morgens vroeg om kwart over zeven
om de giraf een klontje te geven.
"Dag Giraf", zei Dikkertje Dap,
"weet je wat ik heb gekregen?
Rode laarsjes voor de regen!"
"'t is toch niet waar" zei de giraf,
" Dikkertje (4x) ik sta paf".

"O giraf", zei Dikkertje Dap,
"'k moet je nog veel meer vertellen,
ik kan al drie letters spellen:
a,b,c, is dat niet knap?
Ik kan ook al bijna rekenen,
ik kan mooie poppetjes tekenen!"
" Lieve deugd" zei de Giraf,
"kerel (4x) ik sta paf".

"Zeg Giraf", zei Dikkertje Dap,
"mag ik niet eens even bij je,
stiekem van je nek af glijden?
Zo maar eventjes, voor de grap.
Denk je dat de grond van Artis,
als ik neerkom heel erg hard is?"
" Stap maar op " zei de Giraf,
"stap maar op en glij maar af."

Dikkertje Dap klom van de trap
met een griezelig grote stap
OP de nek van de Giraf
zette Dikkertje Dap zich af,
roetsjj, daar gleed hij met een vaartje,
tot aan 't kwastje van het staartje.


" Dag giraf," zei Dikertje Dap,
"morgen kom ik weer hier terug met de trap!"

 

 

Terug naar de LIEDJESBIEB