Verantwoord met kinderen de bergen in.

door: Richard Bökenkamp, medische commissie NKBVÓ

 

In dit artikel wil ik ingaan op de medische aspecten van bergsport met kinderen. Het is niet de bedoeling om de ouders te ontmoedigen maar zij moeten wel rekening houden met een aantal zaken. Aan bod zullen komen tochtenplanning, voeding, hoogte en belastbaarheid. Veel ervaren klimmers hebben hun eerste bergervaring in de kinderjaren opgedaan. Meestal zijn hun ouders al jaren enthousiaste bergsporters. De kinderjaren zijn een uitgelezen moment om al veel ervaring op te doen en basisvaardigheden aan te leren. Een eenmaal aangeleerde vaardigheid om snel door blokken-terrein te lopen verleer je je leven niet meer. En wanneer je als kind bijvoorbeeld een weersomslag of invallende duisternis tijdens een wandeling hebt meegemaakt, zal dit veel indruk maken. Zo ervaar je al als kind hoe machtig de natuur is en hoe kwetsbaar en nietig de bergsporter is. Deze vroege en relatief onschuldige ervaringen blijven de rest van je bergsportcarrière nuttig.

Tochtenplanning.

Toch is het bergsporten met kinderen wezenlijk anders dan met volwassenen. Kinderen zijn geen kleine volwassenen. Hier zal met het uitzoeken van de tochten terdege rekening mee moeten worden gehouden. Naast de gebruikelijk voorbereiding van een tocht moet bij een tocht met kinderen worden gelet op:

karakter: Een mooi uitzicht, weitje met koeien, kabelbaan, hut, meertje etc zijn welkome afwisselingen. Een wat ouder kind kan zich richten op een doel en zich daarvoor motiveren zoals een hut om een stempel voor de Wandernadel te halen, een ritje met de kabelbaan naar beneden, een topkruis etc. Voorkom teleurstellingen door al te ambitieuze plannen te maken; een kind is niet te motiveren om een paar uur moeizaam door morenepuin te lopen naar een hut. Gevoel voor esthetische zaken als een mooi uitzicht zijn nog maar beperkt aanwezig. Neem voldoende rustdagen.

tijdschema: afhankelijk van de leeftijd moet tot de dubbele tijd voor een tocht worden genomen. Er moet onderweg voldoende tijd over zijn voor rusten, spelen en klauteren. Calculeer voldoende tijd voor de vermoeiende afdaling en bij een meerdaagse tocht rustdagen, om de dag een tocht is het maximum.

technische moeilijkheid en veiligheid: Voor een kind is blokkenterrein met zijn kleinere benen veel lastiger dan voor een volwassene. Jongere kinderen kunnen behoorlijk hoogtevrees krijgen; zorg ervoor dat er spullen mee worden genomen om ze aan een lijntje te nemen. En natuurlijk altijd aan een lijntje nemen wanneer u zich in "Absturzgelände" begeeft. Tieners kunnen daarentegen roekeloos zijn en worden snel afgeleid.

Op een Klettersteig kunnen de stappen te groot zijn. En ook voor kinderen moeten natuurlijk dezelfde veiligheidsregels in acht worden genomen als dragen van gordel en helm. De eisen die aan kleding, schoenen, gordels en helmen etc worden gesteld zijn gelijk aan die voor volwassenen. Goed passend en stevig schoeisel is een basisvoorwaarde voor wandelen in de bergen.

gezondheid: De mogelijkheden worden beperkt door de gezondheid en conditie van kind en ouder. De ouder moet ten alle tijde "wat over hebben", mag zelf niet "stuk gaan". Voor een kind is "stuk gaan" geen prettige ervaring. Wanneer het eenmaal zo ver is gekomen zal het moeilijk zijn om uw kind voor een volgende tocht te motiveren. Durf een tocht af te breken! Ook de afdaling moet veilig en geconcentreerd verlopen.

Omdat een kind slecht zijn oren kan "klaren" (laten ploppen door een drukverschil) is een infectie op keel- neus- en oorgebied (verkoudheid, oorontsteking) een absolute reden om niet omhoog te gaan (geldt overigens ook voor de ouders). Boven de 2 jaar kan gebruik worden gemaakt van kabelbanen. Wanneer met zuigelingen snel een hoogteverschil wordt overwonnen (pasweg, vliegtuig) is het verstandig om elke 300 hoogtemeters wat te zuigen/drinken te geven. Bij ouderen voldoet kauwgom goed.

uitrusting: De ehbo-doos moet aangepast worden (veel pleisters, niet-prikkende Betadine ipv Sterilon etc). Meer warme en droge kleren dan u voor u zelf zou meenemen. Wees op uw hoede voor een ongewenst nat pak in een ijskoude bergbeek. Een kind is gevoeliger voor koude door het weinige onderhuids vetweefsel, minder energiereserves, en een relatief groter lichaamsoppervlak. Goede zonnebril met UV-bescherming en factor 15+ zonnebrand zijn basis uitrustingsstukken. Ook huid en ogen van de kinderen zijn kwetsbaarder. Een zonnehoed is geen overbodige luxe. Een tuigje met stuk touw zijn al snel nodig.

Voeding

Een kind heeft een minder goed ontwikkeld dorst- en hongergevoel. Het is aan de ouders om regelmatig eten en drinken aan te bieden om kans op uitdroging, bevriezing, zonnesteek, vermoeidheid en blessures te verminderen. Dorst is een teken van uitdroging. Een kind heeft kleinere energiereserves en gaat hier onzuinig mee om en verdampt daarbij meer vocht dan een volwassene. Weinig vet en veel koolhydraten. Neem dingen mee die uw kinderen lusten. Dat geldt ook voor het drinken; dure sportdranken zijn niet nodig. De beperkende factor is bij kinderen, in tegenstelling tot volwassenen, niet de conditie maar de energiereserve. Regelmatig eten en drinken is essentieel met maximaal tussenpozen van 12 uur, liefst elk 2 uur.

Hoogte

De medische commissie wordt regelmatig gevraagd over hoe hoog men met kinderen de bergen in mag gaan. Kinderen zijn waarschijnlijk niet gevoeliger voor hoogteziekte dan volwassenen, wel voor longoedeem (in de Andes 16x vaker bij kinderen!). Zij geven echter slechter aan wanneer zij ergens last van hebben. Herkenning van hoogteziekte bij kinderen is zodoende veel moeilijker, zorg bij de planning dus voor een snelle afdaal mogelijkheid. Over hoogtes boven de 3000 meter is maar weinig bekend over hoe kinderen reageren op hoogte. Vraag u af of uw kind het echt leuk vindt en of het u soms gaat om publiciteit of één of ander "record". Voor acclimatisatie gelden dezelfde regels als voor volwassenen. Een snelle stijging met kabelbaan wordt door een kind van boven de 2 jaar even goed verdragen als door een volwassene. Zij mogen echter geen verstopte neus hebben. U moet een goede reden hebben om met kinderen de 4000 meter grens op te zoeken.

De gevoeligheid voor hoogte wordt versterkt door: bloedarmoede, vroeggeboorte, wiegedood in de familie en klein voor de leeftijd. Het wordt niet aangeraden met deze kinderen in de eerste levensjaren de bergen in te gaan.

Kinderdragers

Hier dient zeer terughoudend mee om te worden gesprongen. U moet zich goed afvragen wie hier een plezier mee wordt gedaan. Weegt de bergwandeling echt op tegen het risico van verminderde doorbloeding van de benen, zonnesteek en onderkoeling? Een kinderdrager is wel handig als "back-up" voor het geval het kind onderweg te moe wordt of als er een tandje hoger geschakeld moet worden om bijvoorbeeld een dreigende weersomslag voor te blijven.

Hutten

Hutten hebben op kinderen een grote aantrekkingskracht. Vooral als ze hebben ontdekt dat je een medaille bij elkaar kan lopen. Advies: stempel een reserve-kaart af zodat het leed van een verloren volle stempelkaart te overzien is. Slapen in een hut met "echte" klimmers die 's nachts om 4:00 opstaan is een geweldige ervaring voor kinderen. Vergeet de knuffel niet mee te nemen en bedenk u of het aanbod van eten in de hut in de smaak zal vallen bij de kinderen. In Oostenrijk zit dat wel goed met de Kaiserschmarren.

Rugzak

Als je als kind erbij wilt horen heb je ook een stoere rugzak. Deze is echter al snel te zwaar voor het nog niet volgroeide skelet. Veel van de uitrusting zal dan ook de ouders gedragen moeten worden. Wel draag je als kind natuurlijk je eigen knuffel en een vrolijke veldfles mee. De andere liter drinken zit bij papa in de eindeloos grote rugzak. Voor gewichten zie tabel.

Tot slot

Met de kinderen mee de bergen in, en dus niet kinderen mee de bergen in nemen, is heel leuk en aan te raden wanneer de regels in acht worden genomen. Uw kinderen zullen er zeker plezier aan beleven en kan dan het begin zijn voor een lange bergsportcarrière. Voor kleine kinderen maakt het weinig uit of ze op de Veluwe zitten of in het hooggebergte. Voor de ouders die meer willen dan hun kroost aankan zijn bergsportkampen een mogelijkheid waar aparte activiteiten voor de kinderen kùnnen worden georganiseerd zonder dat alle ouders daarbij nodig zijn. Verder zijn er voor de tieners mogelijkheden voor gezins-bergsportcursussen of jeugdtoeren en -cursussen.

Voor medische vragen over dit of andere onderwerpen kunt u via het KNAV-bureau contact opnemen met de Medische Commissie.

Literatuur

-Tabel 1 ontleend aan: folder Wandern und Bergsteigen mit Kindern; Naturfreunde Oesterreich 1994. (Viktoriagasse 6, 1150 Wien)

-UIAA official guidelines of the medical commission; Children going to the mountains.

-OeAV Mitteilungen 88/1: Richtige Ernährung beim Wandern und Bergsteigen von Kindern.

-Bergmedizin heute. Bruckmann Verlag, München.

-OeAV Mitteilungen 87/1: Kinderskilauf.

-OeAV Mitteilungen 87/6: Mit dem Kind auf dem Berg.

-OeAV Mitteilungen 87/6: Ein ganz anderes Bergerlebnis, Unterwegs mit Kindern.

-Bergwandern mit Kindern. Bruckmann Verlag, München.

-Altitude Illness, prevention and treatment. S. Bezruchka, Cordee, Leicester.

-De Berggids 91/6 p.30: Dokter?

leeftijd

hoogte

max rugzak gewicht

belastbaarheid

 

 

tot 9 maanden

niet naar de bergen

nvt

geen

 

 

tot 3 jaar

niet bergwandelen en skiën

zeer terughoudend met draagzitjes.

 

 

wandelingen in het dal.

geen kabelbanen tot 2 jaar

 

 

3-6

max 3000 m

1 kg

max halve dag met veel speelpauzes over brede paden

spelenderwijs; niet prestatie-gericht

6-9

max 3000 m

2 kg

dagtochten

bewust van gevaar zonder inzicht; zeer beperkt concentratie vermogen / snel afgeleid

9-12

max 3000 m

4 kg

langere tochten. Spelenderwijs begin van alpiene-training

1e begrip van preventieve maatregels

13-16

max 4000 m

6 kg

meerdaagse tochten

goede concentratie over langere periodes en abstract denken mogelijk

18 +

als volwassenen

volgroeid skelet dat volledig belastbaar is

als volwassene