Steentje in mijn schoen
Schaatles
De lage zon weerkaatste op het heldere ijs. Het was een mooie zonnige winterdag. De ijzige wind was gaan liggen. Samen met zijn grote broer was hij naar de ijsbaan gegaan. Hij was helemaal enthousiast: deze week zou hij leren schaatsen, en vandaag was de eerste dag. Zijn broer had alle voorbereidingen getroffen; welke wist-ie niet precies, maar nu had hij in ieder geval schaatsen aan. Hij stond nogal wankel op die dingen, maar door op zijn broer te steunen behield hij zijn evenwicht. Zo lang hij op zijn grote broer steunde zou hij niet vallen. En zijn broer kon schaatsen, dus ze kwamen we vooruit! Ze hadden die dag tientallen rondjes geschaatst. 's Avonds had moeder snert gemaakt, met heerlijke worst. Hij vertelde vol glorie dat hij niet één keer gevallen was, die dag; het schaatsen ging zo goed! Zijn broer wist precies hoe het moest! Moeder zei: "je zult wel honger hebben"; vader zweeg en leek met zijn gedachten elders. Zo ging het elke dag die week. 's Zaterdags zei vader: " Ik ga met je mee". Dat was leuk! Dan kon vader zien hoe goed hij kon schaatsen! Vader zat aan de kant op een stoel, terwijl de twee broers gezamenlijk rondjes draaiden. Toen ze terug kwamen, zette vader de stoel op het ijs: " Hou je daar maar aan vast, in plaats van aan je broer!". Vervolgens vroeg vader aan zijn broer om alvast vooruit te schaatsen. Toen zei vader tegen hem, "schaats maar achter je broer aan". "Ja, maar...", stamelde hij. Geduldig leerde vader hem, achter de stoel hoe hij evenwicht kon houden terwijl hij zich afzette op het ijs. Elke keer dat hij viel, was vader liefdevol bezorgd. Langzaam maar gestaag vorderde zijn kunsten. Een paar uur later stond zijn moeder langs de kant met warme chocomel. Wankelend, schaatste hij naar haar toe. Onder het genot van de warme drank, riep hij uit: "Ik kan nu helemaal alleen schaatsen . . . " John
Superman
De man in de spiegel
De fietsendief
De jeugdleider
Het jongetje en de bij
De wet voor mij
Schaatsles
Moord is kinderspel
Liefde is kinderspel