Wat ik bedoelde met 'beter'
In het artikel De mythe van de farizeïsche veganist uit 2001 (opgenomen in mijn bundel Onrechtvaardig Diergebruik) heb ik het over veganisten als 'beter' in morele zin dan niet-veganisten. Deze formulering heeft helaas twee misverstanden opgeleverd die ironisch genoeg ingaan tegen de opzet van het artikel: 1. Ik zou van mening zijn dat veganisten moreel gezien van nature beter zijn. Met andere woorden dat er iets is in de aard van veganisten zit wat hen intrinsiek beter maakt dan niet-veganisten. Daar is hoegenaamd geen sprake van. Veganisten zijn niet beter door een of andere onveranderlijke aangeboren aard, maar ze zijn simpelweg beter bezig. Dit betekent dus dat iedereen even goed (bezig) kan worden als veganisten en bovendien dat veganisten slechter (bezig) kunnen worden door hun veganisme af te leggen. Het gaat dus niet om een aard, maar om de praktijk. Die praktijk heeft niets te maken met een onveranderlijke morele rangorde, maar moet slechts worden afgemeten aan morele maatstaven, waardoor ze moreel gezien meer of minder goed is en de mensen die haar bezigen moreel gezien meer of minder goed bezig zijn.. 2. Ik zou verkondigen dat veganisten moreel beschouwd op alle terreinen beter bezig zijn dan niet-veganisten. Ook daar is zeker geen sprake van. Veganisten zijn slechts in een opzicht met zekerheid beter bezig dan niet-veganisten, namelijk op het punt van het veganisme. In alle andere opzichten valt het nog te bezien hoe goed ze moreel gezien bezig zijn. Het is bijvoorbeeld logisch gezien goed denkbaar dat een veganist zich vreselijk asociaal gedraagt tegenover medemensen, dat hij onverschillig staat tegenover het probleem van afgedankte huisdieren (dat wil zeggen niet mee wil denken over de meest humane oplossing daarvan) en zelfs dat hij iemand vermoordt. Het beter bezig zijn heeft dus uitsluitend betrekking op het punt van het veganisme zelf. Contact: Titus Rivas |