De stem

Hoe zingt u het?

De ene stem is de andere niet en ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. Wij vroegen ons af hoe dat komt, raadpleegden boeken, belden specialisten op en vernamen alles over strottenhoofden, stembanden, resonantieruimten, de falset stem, registers en het kantelen van het schildkraakbeen. Van hetgeen we verstonden brengen we hieronder verslag uit.

Violaspeler 12de eeuwWie de geschiedenis van de muziek bestudeert, houdt zich bezig met de vraag hoe muziek vroeger klonk. Deze onderzoekers noemen we musicologen. Zij zoeken een antwoord door partituren en boeken uit te pluizen, maar ook door in musea oude instrumenten te bestuderen. Van de meeste oude instrumenten zijn exemplaren bewaard gebleven. Ze klinken misschien niet meer helemaal hetzelfde als vierhonderd jaar geleden, maar ze geven toch een goed idee over de oude muziek. Veel moeilijker wordt het als we willen weten hoe er vroeger werd gezongen. Om begrijpelijke redenen zijn er geen stemmen meer te vinden die vierhonderd jaar geleden gezongen hebben. Zij verdwenen met de eigenaar in het graf.

Pas in 1854 is Manuel Garcia op het idee gekomen om de stem te bestuderen door middel van een spiegel. Garcia gebruikte een onbruikbaar geworden tandspiegel, plaatste die in zijn keel en bestudeerde de werking van zijn eigen stembanden. Wat hij zag was dat zijn stembanden (twee stuks) bij gewoon in- en uitademen open waren. Bij een poging tot spreken (je begrijpt dat dit met een spiegel in je keel erg moeilijk kan zijn) sloten zijn stembanden zich. De lucht moest daardoor via een kleinere opening tussen de stembanden passeren, werd door de stembanden aan het trillen gebracht waardoor klank ontstond.

Het strottenhoofd
Het strottenhoofdVoor we verder gaan eerst even uitleggen wat er in een keel eigenlijk te zien is. Wie zijn keel als eens goed betast heeft weet dat daarin een hard voorwerp zit - het strottenhoofd - dat bij het slikken op en neer beweegt. Bij mannen lijkt het er soms op of ze een hele appel hebben trachten door te slikken wat niet gelukt is. Het strottenhoofd wordt daarom ook wel eens adamsappel genoemd. Het strottenhoofd bestaat uit kraakbeen en is de plaats waar de luchtpijp overgaat in de stembanden. Die liggen boven op de luchtpijp en kunnen ze afsluiten. Echt spreken, laat staan zingen, is niet mogelijk als de spanning en vorm van de stembanden niet kunnen veranderen. Een reeks ingenieuze mechanismen regelen de gang van zaken in het strottenhoofd. De spanning van de stembanden wordt geregeld door het kantelen van het strottenhoofd, die verder verbonden zijn twee bewegende kraakbeentjes die de vorm van de stembanden kunnen veranderen. Daardoor kunnen we hoesten, fluisteren, zuchten, spreken, zingen. Tenslotte zijn ook de stembanden zelf spieren, met een lengte van 1,5 tot 2 cm., die we kunnen gebruiken om klanken te maken.

De resonantieruimten
Wie iets van muziek kent, weet dat bijvoorbeeld aan een viool of een gitaar een klankkastje vastzit, dat het geluid van de trillende snaren versterkt. Ook de mens heeft in zijn lijf een aantal klankkastjes zitten, die de trillingen van de stembanden versterken en mede de specifieke klank van iedere stem bepalen. Uiteraard spreken we hier niet van klankkastjes maar van resonantieholten. Er is bijvoorbeeld de neus-keelholte. Als die vol zit met snot, zal je stem heel anders klinken. Steek dezelfde materie in een viool en je hebt een vergelijkbaar resultaat. Naast de neus-keelholte zijn er nog de linker- en rechter voorhoofdsholte, de linker- en rechter kaakholte en de borstholte.

Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is
Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt isDat iedereen een andere stem heeft wordt niet alleen door de resonantieruimten bepaald maar ook door de lengte van de stembanden. Hoe korter je stembanden zijn hoe hoger je stem is. Vrouwen hebben bijvoorbeeld kortere stembanden dan mannen, waardoor hun stem hoger is. Wie al eens naar de opera geweest is, weet dat niet elke rol door om het even wie kan gezongen worden. Een oude grijze koning is meestal een bas, de jonge held een tenor, het jonge kamermeisje een sopraan, enz. Afhankelijk van de hoogte en aard van de stem werden daarom indelingen gemaakt in stemtypes, gaande van hoog naar laag (sopraan, alt, tenor, bas), maar ook afhankelijk van het karakter. Zo heb je bijvoorbeeld bij de tenoren een heldenrol (met een grote dramatische stem), een lyrische tenor (met een lichte stem) en een buffo tenor (met zeer beweeglijke heldere stem voor vrolijke rollen).

Een vreemde eend
Een speciaal stemtype is de countertenor, die je vooral kan horen bij het uitvoeren van oude muziek. De reden daarvoor is, dat deze manier van zingen vanaf de 15 de eeuw tot de 17 de eeuw zeer gebruikelijk was. Een countertenor is een man die bij het zingen enkel het middengedeelte van zijn stembanden gebruikt waardoor hij zo hoog zingt als een vrouwelijke alt. De uiteinden van de stemband blijven stevig tegen elkaar geklemd. Ook vrouwen en kinderen kunnen op deze manier hun stem gebruiken. Alleen valt het bij hen minder op.

Het Snorrebot
Overzicht Artikels