duikvlag

Duik ervaringen van Ruud & Odette

Barbados, Holetown/St. James

spotted moray eel
Barbados, Holetown/St. James
Mei 1999
Voor onze jaarlijkse ontsnapping van de Nederlandse zomer, die wel weer koud, donker en nat zou worden, zoals gewoonlijk, besloten we dat Barbados een oplossing zou kunnen bieden. Dus, onze mei-vakantie ging naar Barbados, ook wel bekend als "Little England". En hielp dat ons van onze zomerblues af: de zon was brandend heet, het water warm en een lekker briesje om ons te verkoelen, precies zoals we het graag hebben. Hoewel niet beroemd om zijn onderwaterwereld - Barbados heeft niet de reputatie van Bonaire, Cozumel of Belize - zou je het slechter kunnen treffen. Sterker nog, Barbados is net zo mooi als Bonaire, maar biedt meer variëteit in duiklokaties.
We hadden een appartement uitgekozen in Holetown, in de parochie/het district van St. James aan de westkust. De meeste duiklokaties zijn aan de west- en zuidkust van Barbados, dus daar zouden we middenin zitten. We hadden geen duikpakket geboekt; we willen het liefst zelf duikcentra bekijken voordat we ermee gaan duiken. Onze host adviseerde ons een duikcentrum genaamd "Guide by Side" (in eigendom van en geleid door Ravi, een Padi Master instructor, tel. 001.809.420.2135, email adres: sunravi@sunbeach.net), die een goede reputatie had, efficiënt was en redelijk geprijsd. Hij had gelijk. We hebben ook andere duikcentra bekeken en hoewel we hun diensten niet in de praktijk hebben getest, hebben we wel hun prijzen vergeleken en tjonge, die weten wat ze vragen….
Guide by Side heeft geen lokatie aan de kust, maar da’s geen enkel probleem. Ze hebben een gratis ophaalservice van en naar je hotel, dus het slepen met duikmateriaal wordt tot een minimum beperkt. Er worden 12 liter stalen tanks gebruikt dus pas je loodgordel aan als je aluminium tanks gewend bent. Toen wij met ze doken gebruikten ze een tamelijk kleine boot, heel geschikt voor de lokale omstandigheden, zonder overkapping maar met een radio aan boord (vanaf juni of juli zou er een grotere boot komen). Het maakt deel uit van hun filosofie: op deze manier kunnen ze slechts kleine groepen duikers bedienen (maximaal 5-6), het is minder druk op het rif of het wrak (en dat vinden wij duikers helemaal niet erg) en ze kunnen meer aandacht geven aan de individuele duiker. Hun prijzen zijn inderdaad alleszins redelijk: een pakket van tien duiken kost je Bds 500 (2 Bds. = US$ 1), maar als je je eigen duikuitrusting meebrengt, krijg je 10% korting. Ter vergelijking: andere duikcentra rekenen US$ 300-350 oftewel Bds. 600-700 voor een pakket van 10 duiken met je eigen uitrusting. En hun service is uitstekend (nee, je zit ernaast, we worden hier niet voor betaald). Ze proberen het je op alle mogelijke manieren naar de zin te maken, ze zoeken telkens andere duikstekken uit om je maar zo gevarieerd mogelijk te laten duiken, met afwisselend riffen en wrakken, makkelijke duiken en of wat meer uitdagende duiken als je dat wil. Guide by Side kan zelfs accommodatie voor je regelen, geheel afgestemd op je wensen, behoefte en budget.
Op onze eerste duikdag (en op de vele die volgden) haalde Collin, van Guide by Side, ons op van ons appartement en bracht ons naar de boot voor onze eerste duik op de SS Stavronikita, een vrachtschip van 365 ft. (ong. 120 meter), waarvan het dek op 30 meter ligt. Een van de vele wrakken in de wateren rond Barbados, maar wel degene met de meeste uitdaging, gezien de diepte. Onze divemaster was David, instructeur van Guide by Side. De stroming was onverwacht sterk, dus we daalden af via de boeilijn. Op ongeveer vijf meter diepte is er een touw bevestigd aan de lijn. Kijk daarmee uit als je een shorty draagt, want in een sterke stroming kan die lijn je "aaien". Dat gebeurde Ruud, die er een ontzettend brandend gevoel en blaren aan over hield door de netelcellen die zijn dijbeen "aanvielen", vanaf zijn knie tot aan de rand van zijn shorty. Geen prettig gevoel, kan hij je verzekeren. De Stavro is een goed bewaard wrak, begroeid met verschillende sponzen en vol leven. Barracudas zijn vaste gasten, net als de talrijke papegaaivissen, rifbaarzen, eekhoornvissen e.d. Het wrak is gestript, waardoor zelfs een niet al te ervaren wrakduiker er zonder gevaar doorheen kan zwemmen. Vanwege de diepte is het bezoek aan de Stavro van korte duur, maar wel een die de moeite waard is. We moesten de tweede duik annuleren vanwege Ruud’s ontmoeting met de netelcellen. Zijn been deed pijn en hij voelde zich niet lekker en we weten allemaal hoe het zit met duiken en stress. Het moet gezegd worden dat Ravi en David erg begaan waren met Ruud’s toestand. Ravi nam de moeite om te stoppen bij een apotheek om medicijnen te halen voor Ruud (en hij wilde niet horen over betaling), die de pijn en het branderige gevoel zouden verminderen en in de avond belde hij nog op om te informeren naar Ruud’s gezondheid.

hawksbill turtle
Twee dagen later gingen we weer duiken bij Outer Caribbee en Pieces of Eight aan de zuidkust, vlakbij St. Lawrence Gap. Twee prachtige riffen, vol met koraal en sponzen, murenes en garnalen. We zagen onze eerste (van de vele die nog zouden volgen) schildpad. Dit keer was onze divemaster Earl (of Errol) en hij deed zijn werk goed. In het dagelijkse leven werkt hij bij de kustwacht. Tijdens de tweede duik had ik moeite met klaren (verdraaide airco, ik zou beter hebben moeten weten) en omdat ik daar nooit moeite mee heb, werd ik kwaad en heb ik waarschijnlijk de zaken iets teveel geforceerd. De duik wat redelijk probleemloos, maar naderhand zag ik mijn eigenwijsheid beloond met een stevige oorpijn. Een hernieuwd bezoek aan de apotheek en een paar dagen ongewenste rust loste mijn probleem op. En weer belde Ravi, dit keer om te informeren naar mijn gezondheidstoestand. Gelukkig voor ons, en voor Ravi, hebben we verder geen echte problemen meer gehad.
Nadat mijn oren weer gekalmeerd waren, hervatten wij onze duiken. De eerste lokatie: Fork Reef. Een uitstekende en relaxte duik. Er zat een gigantische groene murene gewoon te wachten totdat hij gefotografeerd zou worden, net als de grote honeycomb cowfish. Tjonge, wat zwemmen die raar. Je zou van een vis verwachten dat hij wat meer vertrouwd zou zijn met zwemmen.... De tweede duik vond plaats in Carlisle Bay, thuis voor verschillende wrakken op geringe diepte. Op een van die wrakken zit een jonge spotted moray eel. Schattig. Minder schattig, maar wel heel indrukwekkend was de grote spotted scorpionfish.
De volgende dag brachten we opnieuw een bezoek aan de Stavro en dit was een stuk relaxter dan de eerste keer, omdat de stroming vrijwel tot nul gereduceerd was. Ruud is desalniettemin niet in de buurt van de boeilijn geweest, om voor de hand liggende redenen. Onze tweede duik vond plaats bij Bell Buoy, waar we opnieuw een ontmoeting hadden met schildpadden en murenes (en daar zijn er zat van).
Zowel Muff als Boot (minder bekende duikstek) zijn riffen die barsten van leven en vol zitten met gorgonen, koralen en sponzen. Opnieuw waren er schildpadden (het wordt bijna saai...), scholletjes (peacock flounder en channel flounder). De derde duik van die dag was de meest indrukwekkende: Carlisle Bay at night. Het zou een kantduik worden, want de wrakken (ja, meervoud) in Carlisle Bay liggen tamelijk dicht aan de kust en ondiep. Perfect voor een nachtduik. En fantastisch ook. Wrakken geven een heel ander beeld bij een nachtduik. Elke lokatie doet dat wel, maar wrakken nog meer. Het is echt spannend wanneer je een wrak in de nacht nadert (nog los van het erdoorheen zwemmen). De wijze waarop het plotseling opdoemt in het schijnsel van je lamp, fantastisch! En deze wrakken barsten van het leven. We zagen ons gehele diner aan ons voorbij trekken: een spotted lobster, die klaar lag om meegenomen te worden, een paar flinke coral crabs, garnalen. Om van te watertanden! Jammer genoeg liet het geluk me weer in de steek: mijn masker liep constant vol. Toen ik op het punt stond de duik af te breken (ik zag geen hand voor ogen en het zoute water prikte in mijn ogen) hield Ravi me tegen en bood aan van masker te wisselen. In eerste instantie vond ik dat niet zo’n goed idee - hij werd immers geacht ons rond te leiden en hoe doe je dat als je niets ziet - maar goed, hij is instructeur en als hij er niet mee zit dat dit ook zijn duik verpest... ga je goddelijke gang. De rest van mijn duik was grandioos en die van Ravi ook want, je raadt het al, hij kreeg geen water in "zijn" bril. Ik had mijn portie stress voor die duik wel gehad, dus ik besloot niet door het wrak heen te zwemmen, hoewel Ruud er al in was. Ik volgde hem buitenom en daar was ik blij om.... plotseling leek hij rechtop te gaan staan en zichzelf langs een soort ladder om hoog te hijsen, zichzelf door gaten en gangen wringend alsof hij nooit anders gedaan had. Macho.

sanddiver
De volgende dag gingen we naar Asta Reef en Friar’s Craig. De stroming was sterk en het kostte moeite Friar’s Craig, een oud en verweerd wrak, te bereiken. Ik slaagde erin het wrak te bereiken en was dankbaar voor de lijzijde van het wrak, want hier kon ik even op adem komen. En opnieuw een schildpad aanschouwen.
Bij Clark’s Reef, waar de onderzeeër met niet-duikers naar beneden gaat om het onderwaterleven te bekijken, hadden we een slechte duik. De stroming sleurde aan ons en we moesten er een poos tegenin zwemmen. Maar omdat we wel van stromingsduiken houden, maar dan zonder te zwemmen (noem ons gerust lui), hebben we de duik afgebroken. De duik op de Lord Combermere was een stuk beter, in iedere betekenis van het woord: geen stroming, een prachtig wrak met een grote anemoon met pederson cleaner shrimps, een golden tail murene, een spotted moray met een poetsgarnaal, whitespotted filefish. Prachtige duik.
Onze laatste duiken waren op Dottins en Little Sandy Lane aan de westkust. Raad eens: schildpadden, barracuda’s, porcupinefish, scrawled filefish, een paar bluestriped lizardfish. Dat en meer in een ontspannen duik zonder stroming. Puur geluk, want toen we terug waren in de boot, hoorden we dat er een zoektocht moest worden uitgevoerd om een paar vermiste duikers aan de zuidkust op te sporen. Kennelijk waren ze zonder kapitein op de boot gaan duiken (niet al te slim) en door de sterke stroming hadden ze geen kans terug te komen bij de boot, die stroomopwaarts lag. De reddingsploeg informeerde dat, nadat ze de duikers hadden gevonden, ze ook walvissen vlak onder de kust waren tegengekomen, iets dat heel ongebruikelijk is omdat walvissen normaliter Barbados een heel eind uit de kust passeren. Afgezien van deze walvissen heeft Barbados geen vis die groter is dan de barracuda, maar je ziet er meer dan genoeg schildpadden.

scorpion fish
En Barbados boven zeeniveau? Om eerlijk te zijn, is ons dat een beetje tegengevallen. Begrijp ons niet verkeerd: het is een prachtig eiland, met palmbomen, vol met bloemen, plantages in een licht glooiend landschap. De westkust, de Caribische zijde, heeft zandstranden aan rustig water; de oostkust, aan de Atlantische Oceaan, heeft prachtige stranden waar de golven kapot slaan op de rotsen. Barbados, in elk geval aan de zuidkust en zeker aan de westkust, is tamelijk ontwikkeld en ik heb er een hekel aan wanneer, ver van huis, mijn boodschappen aan de kassa worden gescand met een barcode lezer. Het heeft gewoon niet dat speciale, relaxte Caribische sfeertje. Barbados heeft al heel lang toerisme en dat is te merken ook. De "Bajans", zoals ze zichzelf noemen, zijn - er uitzonderingen op de regel (gelukkig maar) - niet een vrolijk of overmatig vriendelijk volk. In winkels, supermarkten, bussen en in sommige restaurants zijn ze niet hulpvaardig, een glimlach lijkt pijn te doen (ook al glimlachen wij tot onze kaken pijn doen) en een vriendelijk alsjeblieft of dankjewel is teveel gevraagd. De hoofdstad Bridgetown stikt van de mogelijkheden voor taxfree winkelen (prettig als je dat zoekt, maar wij zochten dat niet) maar het heeft geen gezellig of echt historisch centrum. Er is een replica van de Big Ben op Trafalgar Square (en jij vraagt je nog af waarom ze het Little England noemen?). Holetown, in het midwesten aan de kust, is merendeels gewoon een verzameling van hotels en restaurants langs de hoofdweg en aan het strand. Speightstown, een beetje meer naar het noorden aan de westkust, is meer een Caribisch plaatsje. Een plaatsje waar je nog kunt zien hoe de lokale bevolking leeft, liefheeft, winkelt, eet en drinkt. Misschien hadden we meer moeite moeten doen om het eiland te verkennen, maar omdat we zoveel doken en vanwege onze ervaring in Bridgetown, hadden we besloten dat niet te doen. En dat is ongetwijfeld onze pech, want waarschijnlijk had de rest van het eiland ons bewezen dat we fout zaten met onze mening. Laat onze mening die van jou dus niet te veel beďnvloeden.
Het is tamelijk eenvoudig zelf het eiland te verkennen, zelfs zonder een auto te huren (ze rijden links). Lokaal transport is goed geregeld: er zijn blauwe bussen met een gele streep (door de overheid geleid) en gele bussen met een blauwe streep, die je voor het luttele bedrag van Bds. 1.50 overal brengen. Telkens als je overstapt, moet je opnieuw dat tarief betalen. De blauwe bussen rijden iets rustiger (en houden daardoor je adrenalinepeil binnen de perken, als je snapt wat ik bedoel), zijn minder druk (en dat is prettig met die temperaturen) en nemen iets langere routes, maar dat is alleen maar prettig als je over het eiland tourt. Er zijn voldoende taxi’s en die zijn betaalbaar. En we hebben vernomen dat je zelfs kunt verdwalen op het eiland (weinig plaatsnaamborden en richtingaanwijzers), maar je vindt altijd weer de weg terug. En dat is een geruststellende gedachte, nietwaar.
Als je Guide by Side wil bereiken voor informatie over duiken of accommodatie op het eiland, dan is hier het adres nogmaals (op dit moment zijn ze druk bezig met een eigen website): Guide by Side t.a.v. Ravi en/of Sandrina (Ravi’s charmante, knappe vrouw) Tel./Fax. 001-809-420-2135 sanravi@sunbeach.net

Alle foto's op deze pagina zijn gemaakt door Ruud Koster met een Nikonos V camera, 35mm standaardobjectief, Sunpak 3200 flitser, Ikelite 5002 vieuwfinder en Fuji 200 ASA film.

volgende duikstek1999 Belize Terug naar de homepage

E-mailVragen, tips, reacties, e-mail, etc.