Duik ervaringen van Ruud & Odette
Malediven, Gan Juni 1998 |
In het meest zuidelijke atol van de Malediven, het Addu Atol, ligt het eiland Gan. De enige manier om er te komen is met een binnenlandse vlucht met Air Maldives, die je in ruim vijf kwartier naar het zevenhonderd kilometer verderop gelegen Gan brengt. Je moet er dus wel wat voor over hebben, omdat de vlucht vanaf Amsterdam over Muscat (Oman) en Colombo (Sri Lanka) naar Male, de hoofdstad van de Malediven, ook al gauw zo’n 14 tot 15 uur in beslag neemt. Er komen dus verhoudingsgewijs minder toeristen op Gan. Toen wij er waren (3 t/m 17 juni) waren er de eerste week slechts acht (!) Europese toeristen, de tweede week waren we met zijn vieren (waarvan wij tweetjes de enige duikers waren). Gedeeltelijk ligt dit aan de ligging en de reistijd, gedeeltelijk werd het veroorzaakt door het laagseizoen en het WK voetbal. |
Gan was tot 1976 een Britse marinebasis. Vandaar dat er een redelijke airstrip is en vandaar dat de wegen op Gan (niet op de overige eilanden) geasfalteerd zijn. De voormalige officiersverblijven en faciliteiten zijn thans omgebouwd tot een hotel met zwembad, dat de naam Ocean Reef Club draagt. De bungalowkamers zijn royaal en comfortabel, er is een bar, een restaurant en een coffeeshop. Er kan getennist worden (maar met temperaturen van gemiddeld zo’n 30-35 graden zijn er weinigen zo moedig), je kunt er surfen en catamaran-zeilen. Ocean Reef Club is tevens het enige hotel op het gehele atol, dat verder uit een aantal andere eilanden bestaat, waarvan er 3 met bruggen aan elkaar zijn verbonden. Vanaf het uiterste oostelijke puntje van Gan tot aan het verst gelegen punt van Kottey (het laatste, bewoonde eiland in de reeks) is het zo’n 22 kilometer, die je op de fiets kunt afleggen (ja, echt, je kunt er fietsen). Gan biedt niet de tropisch witte stranden, die je op andere eilanden van de Malediven tegenkomt. Maar Gan biedt wel de mogelijkheid, als vrijwel de enige bestemming op de Malediven, om vrijelijk tussen de lokale bevolking rond te wandelen en iets van het lokale leven te zien. Maar denk erom: JIJ bent de bezienswaardigheid. Hou rekening met lokale gebruiken en respecteer deze. Dat betekent dat de dames de schouders en benen (tot tenminste onder de knie) bedekt dienen te houden. Shorts, korte rokken of topjes zijn uit den boze. Hoewel de bevolking vriendelijk is, je glimlach beantwoordt en soms naar je zwaait, wordt je niet echt met open armen ontvangen. De bevolking is gewoon liever "onder elkaar". |
Er is op het gehele atol maar één duikbasis en dat is die van Eurodivers, gerund door de Nederlandse baseleader Karel Ververgaart (die overigens net op vakantie was toen wij Gan begin juni bezochten). Het duiken is relaxed en comfortabel: je krat met duikuitrusting en je fles worden aan boord van de dhoni gebracht (en na de duik weer naar de basis), je hoeft dus zelf alleen maar je handdoek mee te slepen. De duikbasis biedt voldoende ruimte om je eigen apparatuur na het duiken te spoelen EN afgesloten op te bergen, zodat je niet steeds hoeft te slepen met de hele handel. |
Omdat er maar één basis is, zijn er relatief weinig duikers op het eiland en dat kun je merken aan de riffen: die zijn schitterend en ongerept. Jammer genoeg is er dit jaar een temperatuurstijging van het zeewater geweest, waardoor er her en der coral bleaching zichtbaar is (de effecten worden inmiddels al weer minder). En hoewel we als duikers liever het koraal gezond zien, moet gezegd worden dat coral bleaching wel een bijzonder gezicht is: alsof er een laag (meestal wit) glazuur over het koraal is gegoten. |
Als je Gan bezoekt om te duiken, mis dan vooral het wrak van de British Loyalty niet, een olietanker die zo’n vijftig jaar geleden gezonken is en thans een schitterend nieuw leefmilieu biedt aan koralen en vissen. Het wrak ligt op zijn zij, het diepste punt ligt op iets meer dan dertig meter. Hou je van koraal, dan mag je Umahrah Magu Kona niet overslaan: een prachtige plek stikvol verschillende koraalsoorten en bruisend van leven (ook eagle rays, giant morays en de indrukwekkende Napoleonvis). De nachtduiken bij Gan Ethere zijn ook niet te versmaden: groene schildpadden, caret schildpadden (en zeker geen kleine jongens), talrijke kreeften, soms een white tip shark, koraal krabben, batfish, koraalduivels, groupers, slapende papegaaivissen en ga zo maar door. In de grot van Kuda Ho-Hola (ongeveer 23 meter diep) ligt regelmatig een flinke verpleegstershaai van zo’n 2 tot 2½ meter te rusten. Hoewel hij/zij niet overmatig blij is met bezoek, legt ze duikers (mits hij/zij met rust gelaten wordt) geen strobreed in de weg, zodat het niet moeilijk is om schitterende foto’s te maken. |
De stroming is her en der tamelijk sterk, soms is het zelfs meer "speed diving" dan diving. En hoe dichter je bij de buitenriffen komt, hoe sterker je de deining (surge) van de golven voelt. Je bent dan echt een speelbal van de zee. Het enige waar je rekening mee moet houden is je buoyancy, want door de stroming en/of de deining kan het zijn dat je akelig dicht bij of zelfs op koraal dreigt uit te komen, zonder dat dit je bedoeling is. |
Hoewel juni eigenlijk niet de beste maand is om naar de Malediven te reizen, hebben wij het vreselijk getroffen. Van de natte moesson hebben we vrij weinig last gehad, de zon was royaal aanwezig, maar als het regent, dan regent het ook goed hard! (de beste, en droogste, tijd is van november tot maart). In juni is de hoeveelheid plankton in het water (nog) niet voldoende om grote hoeveelheden manta’s of walvishaaien te lokken. De walvishaai hebben we dan ook niet gezien, maar een paar manta’s zijn we wel tegen gekomen. En wat waren ze schitterend en wat kwamen ze dichtbij! |
Hou je van ongerept en relaxed duiken, wil je de mogelijkheid hebben je neus buiten het hotel te steken, dan is Gan een uitstekende keuze. |
Alle foto's op deze pagina zijn gemaakt door Ruud Koster met een Nikonos V camera, 35mm standaardobjectief, Sunpak 3200 flitser, Ikelite 5002 vieuwfinder en Fuji 200 ASA film. |