1100 km Polen op de fiets.



Onze nieuwsgierigheid voor Polen is gewekt door een boekje van Marion Gräfin Dönhoff die haar jeugd beschrijft in het voormalige Oost Pruisen. Het moest er naar ons idee prachtig zijn en we besloten een kijkje te gaan nemen.

route Het eerste deel van de tocht voert door Achter Pommeren met grote landbouwarealen en een kustlijn van 427 km, bezet met duinen die tal van meren van de zee afsluiten. Het hoogtepunt is Leba in het Slowinskipark met 50 meter hoge wandelende duinen.

Bij Leba verlaten we Achter Pommeren en gaan via Gdynia en Sopot naar Gdansk. De oude stad van Gdansk is een historisch juweel met als pronkstuk de Zuraw in de haven. Het is de middeleeuwse uitvoering van een torenkraan om schepen te lossen.

Na Gdansk komen we we via Malbork in het polderlandschap van "Klein Holland" terecht. Een gebied aan de Wiszla (Weichsel) dat in de middeleeuwen door Nederlandse Mennonieten is ingepolderd. In Malbork staat een kasteel van mega omvang dat gesticht is door de Duitse orde. Dat moet je gezien hebben.

Tenslotte komen we in het merengebied van Mazurië terecht met als climax het Mamrymeer (Mauermeer) bij Gizycko dat onder andere beschreven wordt in het boekje van Marion Dönhoff.

In Mikolajki stappen we op de trein naar huis.

Het verschil met andere tochten was dat het meer heeft opgeleverd dan de tocht alleen.
Dat komt waarschijnlijk omdat wij,net als de gemiddelde Nederlander, vrijwel niets afwisten van de Oost-Europese landen.
Internet bleek een berg aan informatie over ons gebied op te leveren. Vooral van Duitse herkomst omdat de Duitsers Oost-Pruisen nog niet kunnen vergeten. Omdat ze met de bekende Duitse Gründlichkeit te werk gaan heeft dat voor ons het voordeel dat je geweldig veel aan de weet kunt komen.

Over de Mennonieten in het Wiszla gebied moet je bij Hans Farjon zijn. De link is :http://home.planet.nl/~hans.farjon/weichsel.htm

Maar dan nu ons dagboek



Pommeren strekt zich vanuit Duitsland nog een stuk uit in Polen. Alleen heet het daar Achter-Pommeren. Om aan te sluiten bij onze Pommerentocht van vorig jaar zijn we in twee dagen, vanuit Süssow via Wolgast, het eiland Usedom in de lengte overgestoken naar Ahlbeck aan de Poolse grens.



Bij de Poolse douane is het zonnebril en pet af en paspoort laten zien. Daarna zijn we in Polen - paardentractie voor de touristen, borden die we niet kunnen lezen en even later Swinousjcie (Schwinemünde) met hier en daar uitgereden asfalt op de drukke punten en huizen die een nieuw verfje wel kunnen gebruiken.

We missen de weg naar het fietsveer over de Swine en we belanden op een brede weg naar de autopont waar we onze eerste kennismaking hebben met de keihard rijdende Polen. Het betekent ook een omweg. Dat maakt voor een auto niet zoveel uit maar fietsend wel. Dankzij het mooie weer en de stevige bries over het water maken we een mooie overtocht.

Te laat naar onze zin bereiken we Miedzydroje en daarom pakken we de eerste de beste camping die we tegenkomen. Een enigzins onverschillige vrouw staat ons te woord en we leren ons eerste Poolse woord "pole", wat kamperen betekent. We zullen ze nog vaak tegenkomen. Bordjes met "Pole Namiotowe". Wat er vanaf de weg zeer aanvaardbaar uit zag blijkt bij nadere kennismaking een behoorlijk drassig terrein te zijn, waar het waarschijnlijk nog niet zo lang geleden flink heeft geregend. We zoeken een stukje uit wat zo hoog mogelijk ligt en droog is.
Het toilet- en douchegebouw is oud en versleten maar het wordt goed schoongehouden. En dat zullen we vrijwel overal tegenkomen. 's Nachts gaat de disco in de buurt tot diep in de nacht door maar veel last hebben we er niet van want we slapen overal doorheen.



De volgende morgen manoeuvreren we de fietsen tussen de plassen en modder door naar buiten, op weg naar Rewal. Even buiten Miedzydroje komen we in het Nationale Park Wolinski waar een autoweg doorheen loopt.
Nat. Parken
Nationale Parken Wolinski en Slowinski
- allebei aan zee
Samen met de auto's rijden we heuvel op heuvel af dwars door de bossen. Er is namelijk maar een weg langs de kust waar alle plaatsjes aan liggen. Links en rechts zien we ondoordringbaar bos. We kunnen het park niet bezoeken omdat we nu eenmaal een trektocht hebben gepland en geen tocht met vaste standplaatsen. Je moet keuzes maken en dus peddelen we door. De plaatsjes waar we langs komen zijn allemaal even druk en kermisachtig. Om de auto's te ontlopen rijden we via Kolczewo. Bij Miedzywodzie drinken we heerlijke Poolse "pûtsjes" koffie waarvan je de koffiedras eerst goed moet laten bezinken.


Uiteindelijk belanden we toch weer op de autoweg en komen zo in Dziwnow, een echte vissersplaats. In Trzesacz gaan we kijken naar de ruïne van een kerk die op een hoog afkalvend duin staat. Op den duur zal de ruïne geheel in zee verdwijnen. Hierna banen we ons een weg door de markt- en souvenirkramen terug naar de autoweg. Na een paar kilometer komen we in Rewal, alweer vol en toeristisch. We proberen eerst proviand in te slaan wat maar moeilijk lukt omdat een levensmiddelenwinkel bijna niet is te vinden. Uiteindelijk ontdekken we een winkeltje waar het vol en snikheet is. Beladen met brood, worstjes, verlepte sla, toetjes en spaghetti verlaten we uiteindelijk de winkel. Dat door volte, warmte en een vreemde taal die je niet verstaat vergissingen niet zijn uit te sluiten blijkt later als het pak spaghetti geen spaghetti bevat maar spaghettitaart van dr. Oetker!
Na het boodschappenavontuur gaan we een camping opzoeken. We vinden een goede en grote camping buiten het dorp: camping "Kliff".



Vandaag naar Kolobrzeg. 's Morgens optrekkende mist en daarna prachtig weer. Het houdt niet op. Eerst weer de autoweg, heuvel op en heuvel af, naar Trzebialow. Links en rechts van de weg grote landerijen zoals in het Duitse deel van Pommeren. In Trzebialow gaan we koffie drinken, boodschappen doen en lunchen. We hebben grote moeite ingeblikt vlees te krijgen; worst is er genoeg. Later leren we dat Smac, Przjsmac heet en dan lukt het beter. We hebben een beetje genoeg van de autoweg en na de lunch besluiten we binnendoor naar Kolobrzeg te gaan.
We rijden via Nowiece, Gorzyslaw, Bieczyno, Karcino en Stare Borek. In één route zien we een aantal dingen die we in Polen herhaaldelijk zullen zien. Namelijk een rood bakstenen kerkje (in Bieczyno), een kanjer van een boerderij waar het achterstallig onderhoud duidelijk aan valt af te lezen (Karcino) en een ooievaarsnest (Stare Borek). Zoals Umbrië koekoeksland is, zo is Polen ooievaarsland. Wat bouwstijlen betreft, valt het ons op dat het oudere type huizen evenals de rode bakstenen kerkjes en ook nog andere typen kerken al in Mecklenburg en Vor-Pommeren beginnen (en waarschijnlijk tot in de Baltische landen doorgaan). Een soort Oostzeestijl zeker.
Tegen half vijf zijn we in Kolobrzeg. Via een ingewikkelde route door de stad komen we in een grote camping. Zoals overal in Polen is de toegangscontrole goed geregeld. De CCI (Camping Card International) is, evenals vorig jaar in Oost-Duitsland, een onmisbaar document. De Polen zijn echte bewakingsfreaks. Vrijwel alle auto's hebben een alarminstallatie die te pas en te onpas af gaat. Ook hebben we herhaalde malen goede raad gekregen over de bewaking van onze fietsen.
Het is behoorlijk vol en na veel gezoek zetten we onze tent op aan de rand van de camping bij het hek. Terwijl we aan het koken zijn wordt de lucht onrustbarend donker en we vrezen voor onze maaltijd. Gelukkig drijft alles over en kunnen we ons kampeerritueel achterelkaar afwerken. De grote campings hebben een douche- en toiletgebouw met een serie roestvrij metalen aanrechten daaromheen waar je de afwas kunt doen en die ook nog eens goed verlicht zijn. We hoeven dus niet in het donker af te wassen. Dat was vorig jaar in Oost-Duitsland wel een ander verhaal!



Gisterenavond en vanmorgen dichte mist. De tent is kletsnat. Net als gisteren klaart het later weer op en wordt het weer warm. We nemen de kustweg naar Ustronië Morskie. Aanvankelijk gaat alles goed totdat het fietspad overgaat in een wandelpad dat op het strand uitkomt. Helaas dus terug naar de grote weg die we 11 km lang met de auto's moeten delen voordat we er af kunnen naar Ustronië Morskie. Rond het middaguur hier koffie gedronken en warm gegeten. Zander filet die we nog kennen van vorig jaar, heerlijk ! Hierna fietsen we over een prachtig bospad naar Sarbinowo. In Sarbinowo rijgen de campings en zomerhuisjes zich aaneen. We gaan verder naar Mielno waar we willen kamperen. Maar dat valt tegen. Het is een ongezellige, lawaaiïge badplaats met overvolle campings. We gaan dus maar door naar Lazy. Je fietst er over een landengte met rechts een meer en links de zee. Maar omdat je over een bosweg fietst heb je geen last van de wind.

Lazy
Lazy: een gemoedelijk maar primitief campinkje

We vinden een kleine camping. Met enige moeite openen we het hek dat ook hier goed wordt bewaakt. Het terreintje waar we staan is goed maar de hygiëne van de toiletten is slecht. Verder ademt het campinkje een gemoedelijke sfeer. De buren zijn een soort wijnproeftent met dansvloer en een cartingbaan. Beiden maken een flinke herrie en vooral de wijnproeftent gaat met z'n muziek tot ver in de nacht door. Helaas zijn we net te laat aan het strand voor een zonsondergang waar iedereen op af was gekomen.


Vandaag 70 km naar Ustka. We zijn op tijd weg en rijden binnendoor naar Darlowo. De weg gaat het binnenland in en is erg heuvelachtig. Overal vergezichten, akkers en bossen. Bij Sucha Kosz linksaf in noordelijke richting naar de kust. Het blijft stijgen en dalen en even na Iwiecino suizen we naar beneden waarbij Tineke haar pet verliest. Helaas stormen we ook allerlei bezienswaardigheden voorbij en zo komen we bij een driesprong waar we linksaf gaan naar Bielkowo. Daar gaan we rechtsaf omdat we zoveel mogelijk de binnenwegen willen hebben. Zo komen we via Dobieslaw in Jezyce waar alle dakpannen knalrood zijn. Het valt ons op dat in de streek waar we doorheen komen de boerderijen groter zijn en er verzorgder uit zien dan wat we tot nu toe gezien hebben. De kerkjes zijn hier wit in plaats van rode baksteen. Omdat het zondag is en we de kans lopen op gesloten winkels gaan we in Darlowo warm eten. Het is een leuk rustig plaatsje met een middeleeuws aandoend plein.
Na Darlowo nemen we autoweg 203 naar Ustka want dat is nog 40 km en we willen daar op een redelijke tijd aankomen. Het is weer een heuvelachtige weg met lange stijgingen die worden beloond met mooie vergezichten. In Ustka overnachten we op camping nr. 101 "Morski" die zich buiten de stad bevindt. Er zijn ruime "emplacements" zoals de Fransen zouden zeggen. Onze buren zijn Polen die tot diep in de nacht een drinkgelag houden en dat voortzetten in de plaatselijke kroeg. Gelukkig dat er een heg tussen zit.



Vandaag komen we door het Slowinski Park. Via een aparte fietsroute fietsen we naar Rowy. Het is een mooie weg afwisselend bos en open veld met mooie vergezichten. Na plusminus 22 km zijn we in Rowy. We drinken er koffie en schrijven onze kaarten voor het thuisfront. Rowy is ook weer een grote kermistoestand. Daarna rijden we het halve dorp om, om de ingang van het park te vinden.
NP Slowinski Slowinski Park aan de westkant (Rowy)

Eenmaal in het park, fietsen we langs de Jezioro Gardno dwars door een prachtig bos. Via Jezioro Dolgie-Wielkie gaan we naar Smoldzinski Las omdat op de plattegrond van het park daar een camping staat aangegeven. Na enig gezoek komen we tot de conclusie dat hij niet meer bestaat en moeten we op zoek naar een andere kampeergelegenheid. Andere fietsers dolen ook al rond en we zijn dus niet de enigen. We nemen de weg naar Smoldzino in de hoop onderweg iets tegen te komen. Tenslotte is dat de grootste plaats hier in de buurt. En warempel, na een kwartier komen we voorbij een soort vakantiekolonie met kampeergelegenheid. We gaan er ons geluk beproeven en na een kwartier staat de tent triomfantelijk overeind! Behalve een camping is het hier ook appartementenverhuur. We mogen gebruik maken van de keuken en douchegelegenheid in het appartementenhuis dat er bij staat. Alles is er even keurig maar omdat blijkbaar iedereen dat doet worden ze wel intensief gebruikt en dat is ook te zien. De combinatie hotel/appartementen en camping komen we later vaker tegen.



De volgende morgen gaan we met (uiteraard) mooi weer op weg naar Leba aan de oostkant van het Slowinskipark. We gaan via Smoldzino en niet binnendoor langs het Jezioro Lebsko omdat je dan door een moeras moet wat we met bagage beladen fietsen niet zien zitten. Het betrekent helaas een omweg met veel druk autoverkeer. In het kaartje hieronder zie je de twee mogelijkheden om in Leba te komen.
Omweg

De twee mogelijkheden naar Leba


In Smoldzino komen we de fietsers van gisterenmiddag weer tegen die nu kampen met een lekke band met in het midden een fantastische ballon. Na een paar boodschappen gaan we door naar Zelazo waar we een doorsteker proberen te maken naar de grote weg naar Leba. De weg is zo zanderig dat we er van af moeten zien en we de gewone weg naar Wierzchocino nemen. Onderweg zien we een paar keer kraanvogels. We proberen een fietspad over een oude spoorbaan maar op den duur wordt die zo slecht dat we toch de gewone weg weer op moeten. Bij Siecie een foto van een ooievaarsnest. Overal zijn de boeren aan het oogsten. Bij Chocmirowko moeten we in oostelijke richting de grote weg naar Leba op. Links en rechts van de weg overal de weidsheid van het Pommerense landschap. De auto's razen voortdurend langs ons en we krijgen niet de gelegenheid goed om ons heen te kijken. Bij Wicko gaan we op het kruispunt linksaf naar Leba en daar barst het autogeweld pas goed los. Logisch natuurlijk want Leba is een drukke touristenstad. Ons humeur wordt er alleen niet beter van. Voor Leba moeten we nog twee keer een lange helling op en dan eindelijk zijn we er. We tracteren onszelf eerst op lekkere koffie en een massa mineraalwater. Daarna boodschappen en een camping. Het wordt Intercamp 84, een prachtige nieuwe camping waar we een comfortabele twee nachten zullen doorbrengen.



We gaan naar de wandelende duinen in het Slowinski Park. We laten de fietsen bij de tent en lopen er naar toe. Dat is een wandeling van ongeveer 15 km. Heel veel mensen doen dat. Het valt ons trouwens op dat de Polen veel te voet doen. Ze zien niet op tegen een paar km lopen. Het is een mooie weg met in het begin een stuk door het bos. Halverwege koffieën. Tegen twaalven zijn we er. Iedereen trekt z'n schoenen uit en begint daarna aan de klim tegen de duinen op. Ze zijn ongeveer 40 m hoog. Het lijkt wel de Sahara. Bovenop heb je een mooi uitzicht op de Oostzee en de Jezioro Lebsko.
Eenmaal terug in Leba ontmoeten we een Nederlander die met de caravan op stap is en tussendoor fietstoertjes maakt. Hij is niet kapot van Polen. Wij delen zijn mening wat betreft de last die je als fietser hebt van auto's en de kermis die de Polen van elke kustplaats maken. Maar het is duidelijk dat wij al trekkend op de fiets veel meer zien dan hij.

Duinen bij Leba
De duinen aan de Leba-kant van het
Slowinski Park




Vandaag verlaten we Achter-Pommeren. In almaar prachtig weer starten we voor de etappe naar de Jezioro Zarnowieckie. Eerst weer de drukke weg van eergisteren. Maar halverwege Wicko gaan we er van af naar Lebieniec. Het is een mooie weg met veel stijgingen en dalingen. Hier is de oogst overal binnengehaald. Bij Sasino denken we even een koffie te scoren maar de omweg daarvoor is zo slecht en lang dat we definitief besluiten voortaan alleen aan te leggen bij tenten die langs de weg liggen. De weg blijft heuvelachtig en hier en daar moeten we zelfs lopen. De dorpjes waar we door komen worden steeds triester en verwaarloosder. In een van de dorpjes stappen we af om onze boterhammen op te eten. De poes die het op onze lunch voorzien heeft strekt zich eerst eens midden op de rijweg lui uit.
Om kwart over drie al zijn we bij Lubkowo aan het meer van Zarnowieckie. Het is een eenvoudige camping, annex surfschool. Druk is het niet. De receptie is gesloten en we zoeken een idyllisch plekje aan het meer. Er is water en een douche- en toiletgebouwtje. Maar op een raadselachtige manier zijn telkens de deuren open of op slot.
Op een aangrenzend privéterreintje beginnen ze 's avonds te barbecuen tot diep in de nacht. We staan er vlak naast, alleen gescheiden door een hek van gaas. Jammer dat we geen Pools kennen, dan kan je het tenminste nog volgen.
De volgende morgen komt de ontknoping van het deurenraadsel. We hadden moeten betalen bij een werkstudent die in een van de caravans huist. Dan krijg je een sleutel en kan je er in.



We zijn al 11 dagen onderweg. Eindelijk zullen we vandaag Gdansk bereiken. We gaan via Puck en daar op de trein. Je kan ook met de trein naar Hel en dan met de veerboot naar Gdansk maar het eerste alternatief lijkt ons eenvoudiger.
Het eerste stuk gaat over een drukke autoweg maar bij Starzyno nemen we de secundaire weg via Lebcz. Overal grote arealen landbouwgrond en hier en daar grote boerderijen. De hellingen zijn af en toe behoorlijk pittig. Hoe dichter bij Puck hoe welvarender alles er uit ziet. Dat is wel een verschil met gisteren. Bij Lebcz een foto van de kerk. Polen is een zeer katholiek land en met alle verschillen in welvaart tussen de verschillende gebieden, de kerken zien er overal even mooi en onderhouden uit. Bij Gniezdzewo komen we weer op de drukke autoweg naar Puck.
In Puck eerst naar het station om te zien hoe laat er een trein gaat. Er gaan geen rechtstreekse treinen naar Gdansk. Je moet in Gdynia overstappen. We gaan eerst overleggen onder het genot van een kopje koffie en daarna geld pinnen. In tegenstelling tot onze eerdere ervaringen blijkt dat laatste ineens een probleem. Bij de eerste twee banken stoten we onze neus omdat ze geen zakelijke relatie met het buitenland hebben en via het alternatief creditcard alleen Visa cards accepteren. Bij de tweede bank staat de bewaking op scherp of we van plan zijn de bank te beroven. Uiteindelijk blijkt dat je als buitenlander altijd bij de PKO Bank moet zijn.



Tegen tweeën zijn we op het station. De dame aan het loket beweert geen fietskaartjes te hebben voor Gdynia. Toevallig staat er een Poolse fietsfreak vlakbij en hij regelt in no time fietskaartjes voor ons. De lokettiste waarschuwt dat uiteindelijk de conducteur beslist of de fietsen ook mee kunnen. Nou is de trein inderdaad vol maar iedereen is vol goede wil. Met ieder op een ander balkon komen we uiteindelijk in Gdynia aan en moeten we er uit. Gdansk is die dag geen haalbare trek meer en we gaan naar een camping in Sopot. We moeten behoorlijk zoeken en nog wat omrijden voor we hem gevonden hebben. Uiteindelijk belanden we op een grote goede camping. Camping nr. 19 "Kamienny Potok". Alweer die rare voormalig communistische gewoonte allerlei soorten instellingen een nummer te geven. Op Poolse campings lopen vaak een of meer katten rond tegen de muizen. Omdat veel Poolse auto's een alarm hebben wil er nog wel eens een afgaan omdat de kat eronderdoor loopt. Zo ook hier. De auto van onze buren haalt ons die nacht herhaaldelijk uit onze slaap.





patriciërshuis Eindelijk Gdansk.
We gaan er met de trein naar toe. Het station is practisch schuin tegenover de camping en rond tien uur zijn we in Gdansk. De oude stad is werkelijk prachtig en dateert voor het grootste deel uit de Hanzetijd. Uiteraard moet er heel veel gerestaureerd worden. We starten bij het oude raadhuis en de Katharina kerk. Daarna lopen we door naar de oude haven die aan de rivier de Motlawa ligt. Een verplicht nummer is daar de Zuraw en de Krantor. Letterlijk vertaald betekent dat de Kraanpoort. Het is een havenkraan uit de middeleeuwen met een ombouw die tegelijkertijd een poort is. Destijds ongetwijfeld een topstukje technologie. Loop je de Krantor door dan kom je in een buurt met de mooiste patriciërshuizen uit de Hanzetijd.
Met prachtig weer zwerven we zo de hele dag door de oude stad. 's Avonds weer met de trein terug.
Patriciërshuis:
Przydz. no. 8




Vandaag naar Malbork met z'n kasteel van de Duitse ridderorde.
We vertrekken om tien uur en rijden vanuit Sopot via Gdansk, ongeveer anderhalf uur steeds maar rechtdoor. We komen uit bij het station. Nog even verder en we kunnen weg no. 7 naar Warschau oppikken. We fietsen al die tijd over de stoep omdat je je niet op de autoweg kan wagen. Een dame met een kinderwagen protesteert ertegen. Maar iedereen doet het en je moet wel. Vervelend is dat er overal veel glas ligt. We komen een grote Makro voorbij en bij Przejozkowo gaan we rechtsaf en verlaten we de grote weg no. 7.
We zitten meteen in een landelijk gebied. Een laagland rivierenlandschap en alles is totaal anders als het kustgebied tot Gdansk. Pod Papugami We stuiten al spoedig op een Amerikaans aandoend wegrestaurantje, een soort wild west kroeg met klapdeurtjes, Pod Papugami geheten. We krijgen er een heerlijke warme maaltijd voorgezet en gesterkt gaan we verder richting de Wisla (Weichsel). We zijn in een laag gebied terecht gekomen met veel watertjes, riet en akkergronden. We komen door een aantal kleine dorpjes Mokry Dwor, Ledowo, Wroblewo, Suchy Dab. In Krzywe Kolo komen we het eerste, wat we later aan de weet komen, "Vorlaubenhaus" heet, tegen. Letterlijk vertaald, een huis met een voorgalerij. Het zijn grote boerderijen uit de Duitse tijd.

Vorlaubenhaus Vorlaubenhaus in Krzywe Kolo.

Het is duidelijk dat de Communistische periode de welvaart van voor de tweede wereldoorlog niet heeft kunnen vasthouden. We passeren veel vervallen grote huizen met symmetrische voorgevels die in het midden een vooruitspringend gedeelte hebben met voordeur en serreachtige ombouw. In het bewoonbare gedeelte wonen nog mensen. Na Kozliny rijden we langs de Motlawa naar Tczew. Het is een grote industriestad en we passeren een nieuw modern fabriekscomplex.
Wiszla vanaf de brug We gaan tweemaal met een brug over het spoor en zien dan links de brug over de Wiszla. Hij bestaat uit vier gedeelten van verschillende datum en is 837 meter lang. De Wiszla is een indrukwekkende rivier die er traag onderdoor stroomt.
De overkant is druk bezet met vrijende paartjes en de gevolgen daarvan zijn te zien aan de vele in Polen achter de kinderwagen lopende zeer jonge echtparen. We gaan nu definitief richting Malbork over wegen van het "ancien régime". Dat wil zeggen asfaltwegen vol met gaten of wegen met kinderkopjes. Glas vult hier en daar het plaveisel aan. Via Str. Wisla komen we op deze wijze bij Konczewice uit op de autoweg naar Malbork. Eerst krijgen we een goed afgestreept gedeelte voor de fietsers. Maar op een gegeven moment wordt de weg smaller en gaan we met de auto's hetzelfde asfalt op. Ze rijden keihard en een busje passeert ons rakelings. Hij heeft er kennelijk van geleerd want een groepje verderop fietsende Polen krijgen meer ruimte. Het is allemaal doodeng en even later sluiten we bij het groepje aan. Zij vinden het al even eng als wij. Omdat er kinderen bij zijn fietsen ze met een slakkengangetje. Kasteel Malbork Tegen kwart voor zes zijn we bij Malbork waar het gigantische kasteel ligt te baden in de namiddagzon. Na een Cola tegen de grote dorst gaan we op zoek naar de camping. De weg daar naar toe is omzoomd door boerenwagens vol met graan. Om half zeven zijn we er. Het is ook hier de combinatie van hotel en camping. We melden ons in de receptie van het hotel en krijgen daar een plaats op het kampeerterrein aangewezen. Zoals overal elders wordt de camping tegen tienen goed afgesloten. Er doet zelfs nog iemand de ronde bij de tenten en bij ons kijkt hij of we fietsen goed hebben vastgekabeld. De Polen zijn echte bewakingsfreaks.



Voor vandaag een bezoek aan Malbork op het programma. Maar eerst gaan we de oorzaak van de stoet boerenwagens na. Hij slingert zich door de wijk waar ook onze camping zich bevindt, gaat vervolgens door het stadspark dat volgepakt staat met schots en scheef opgestelde wagens en vervolgt zijn verloop totdat hij eindelijk uitkomt bij een molengebouw waar de boeren worden verlost van hun vracht. Dat gaat ontstellend langzaam omdat de wagen zowel vol als leeg wordt gewogen en vervolgens papieren worden ingevuld. Een snelle berekening leert dat de boeren hier zeker ruim een week moeten bivakkeren. Ze liggen dan ook overal lui in het gras en af en toe komt iemand van het thuisfront hen eten en drinken brengen. Je zou zeggen: bouw een silo zodat iedereen weer aan het werk kan gaan. Maar nee, de boerenwagens zijn de silo. Zo levert een rondrit door Polen ook een blik op in de economie van onze toekomstige EG-partners.

Nadat onze nieuwsgierigheid ten aanzien van de boerenwagens bevredigd is gaan we richting kasteel Malbork. Het is een gigantisch complex dat vroeger nog een veel groter oppervlak heeft gehad. Het is in de veertiende eeuw gesticht door de Duitse Orde. Een verbond van Duitse adel, aanvankelijk voor ondersteuning van de kruistochten maar later ter ondersteuning van Duitse veroveringen in het Baltische gebied. Tussen alle historische verzamelingen die het kasteel bevat komen we ook grafstenen van Nederlandse Mennonieten uit de 17e en 18e eeuw tegen. Dat heeft onze belangstelling omdat we via de aanwijzingen van Hans Farjon (http://home.planet.nl/~hans.farjon/weichsel.htm) op onze volgende etappe nog wat plaatsen willen bekijken waar Nederlandse Mennonieten hun sporen hebben nagelaten. Het is duidelijk dat de naam Claaszen veel in die kringen voor kwam.

Het kasteel wordt druk bezocht door Duitse toeristen die dit voormalige Duitse gebied niet kunnen vergeten. Na de oorlog is het met Duits geld weer opgebouwd nadat de Polen de bakstenen van de ruïne, die het toen was, wilden gebruiken voor de herbouw van hun huizen.



Vandaag koersen we door "Mennonietenland". Om kwart voor tien vertrekken we voor, naar wat later bleek, een van de vermoeiendste etappes. Zolang we nog in Malbork zijn, en dat was vrij lang, is het bloedheet. We nemen de grote weg naar Krolewo en dan rechtsaf de binnenwegen naar Klecie, Krzyzanowo, Szaleniec,Rozany, Markusy, Wisniewo, Nw. Dono, en Stankowo. Kortom het "Niederländisch Preuzisch Gebied". Een gebied ten oosten van de Weichsel en ten zuiden van Elblag dat in de 12e en 13e eeuw is drooggelegd door Nederlandse Mennonieten. Op het kruispunt even voor Szaleniec wijst een bord de richting aan voor het Mennonietenkerkhof. We gaan er naar toe en ja hoor. Een bord bij de ingang leert dat dit de begraafplaats is van de Doopsgezinde Gemeente van Thörichthof (Szaleniec). En dat deze Doopsgezinden van Hollandse afkomst in de Weichseldelta woonden van ca. 1540-1945. Ook hier weer grafstenen met veelvuldig de naam van de familie Claaszen. Na Rozany lunchen we bij een bruggetje over de Tina. We zitten hier midden in het door de Mennonieten drooggelegde gebied. We nemen er een foto van want Hollandser als dit polderlandschap kan het niet.

Begraafplaats Mennonieten Polderlandschap
Begraafplaats Mennonieten Polderlandschap langs de Tina


/
Hans Farjon is de sporen van de Hollandse Mennonieten in Polen nagegaan. In "Op Lemen Voeten" nr. 1 van 2001 schreef hij een verhaal met veel leuke foto's. De kop van het verhaal herhalen we hier even:
"Op zoek naar het Hollandse landschap in de uitgestrekte Poolse Weichseldelta vind ik eindelijk, na dagen lopen, op het kerkhof van Stogi Malborski graven met Hollandse namen. In het begin van de zestiende eeuw werden Mennonieten, die de eerste hervormingsbeweging in de Nederlanden vormden, verbeten vervolgd. Ze vluchtten ondermeer naar de drassige Weichseldelta. Daar bleven ze onder de Poolse koningen bijna 250 jaar zichzelf. Ze spraken Nederlands en drukten een Hollandse Bijbel. Duits gezag vaagde geleidelijk deze subcultuur weg. In 1945 werden de laatsten door Stalin verdreven. De sporen van de Mennonieten en hun landschap liggen langs een prachtige wandelroute over dijken en langs rivieren door een bekend aandoend landschap."

Vorlaubenhaus
 

In Klecie en Rozany komen we, net als twee dagen geleden weer een "Vorlaubenhaus" tegen.
Na de lunch rijden we verder door het Hollandse, door rechte sloten en rechte wegen, doorsneden gebied. Sinds we de binnenwegen hebben opgezocht rijden we al over oude wegen. Dat wil zeggen kinderkopjes of asfalt met gaten. Hierdoor en door de vele foto's en, naar we in Stankowo constateren, door een behoorlijk lang vals plat is het een vermoeiend traject en schieten we slecht op. Het is al kwart over een en we moeten nog zo ver. Maar nadat we bij Stankowo in de gaten krijgen dat we voortdurend aan het stijgen zijn krijgen we meer greep op de zaak en gaat het harder. We rijden na Stankowo over Wysoka. Daar gaan we bij de T-kruising links af naar Rychliki. In de T-kruising hangjongeren en hun auto's. Het is ook in Polen volop zomervakantie. Om ongeveer half vier zijn we in Rychliki en er is zowaar een koffietent waar we onze welverdiende mineraalwater en koffie nuttigen. Er zitten enkele oudere Polen op het gaanderijtje die koken van nieuwsgierigheid. We komen ze tegemoet door een praatje aan te knopen en als tegenprestatie leggen ze uit welke weg we moeten nemen naar het meer van Rudawoda. Om ongeveer vier uur stappen we weer op voor de laatste 20 km. Na Rychliki is het even behoorlijk steil naar Golutowo. Daarna is het voortdurend heuvel op en heuvel af. We rijden: Kreki, Wilk Dwor, Jarnottowo, Fiugajki, Sopie. Het op de kaart aangegeven kampeerterrein van Sopie is waardeloos en alleen geschikt voor dagkampeerders. Het is weliswaar al over zessen maar dan toch maar door naar Morag. We rijden terug naar de autoweg en gaan een brug over. Tot onze opluchting staat er na de brug een bord "Pole Namiotowe" plus een "Sklepp" winkeltje.

Na de nodige etenswaren te hebben ingeslagen gaan we richting kampeerterrein. In het begin gaat het nog wel maar verderop wordt de weg steeds zandiger. Bovendien komen we drie afsplitsingen tegen zonder aanduiding voor het kampeerterrein. Dat levert een vervelend en vermoeiend geprobeer op door veelal mul zand. Tenslotte hebben we de goede afslag te pakken en kunnen we rond zeven uur onze tent opzetten. Het is een klein kampeerterreintje dat op onze kaart staat aangegeven als parkeerterrein aan het het meer van Rudawoda (Wilamowo). Na de afwas voelen we ons een stel vreselijke Turken en gaan we douchen. Als we de douche uitkomen is het stikdonker omdat men het centrale licht van het terreintje heeft uitgedaan. Al spoedig blijkt waarom. We worden compleet verrast door een vuurwerkfestijn waarbij voetzoekers en vuurpijlen alle kanten uitschieten. Behalve voor onszelf vrezen we voor onze tent met z'n ripstop nylon.
Zolang het vuurwerk duurt houden we bij de tent de zaklantaarn maar aan zodat ze in ieder geval weten waar die staat. Onnodig te zeggen dat we na zo'n dag slapen als rozen.



Vandaag naar Olsztyn. We gaan eerst 10 km naar Morag. Het is heuvelachtig en verder weg dan we dachten. Doorfietsen naar Morag, zoals we gisteren wilden, hadden we nooit gehaald. Het is zoals gebruikelijk weer schitterend weer. Morag is een gezellig plaatsje en er is markt. In een aardig restaurant op het marktplein gaan we koffie drinken. Uit de hele omtrek is men op Morag af gekomen. Het zijn meest hele gezinnen waarbij vader uitsluitend als chauffeur is meegekomen. Hij blijft verveeld achter in zijn Fiatje (O ja, het is Polen. Voor de bewaking dus).
De verdere tocht is behoorlijk heuvelachtig over rustige wegen met hier en daar venijnige klimmetjes. We krijgen mooie vergezichten over weidelandschap en akkers te zien. We komen door allerlei kleine gehuchtjes waarvan de een duidelijk welvarender is dan de ander. De grafstenen op de kerkhoven hebben meestal Duitse opschriften tot ± 1945. Na Morag rijden we op deze manier door Krelowny, Wilnowo, Gledy, Mostkowo, Nw Kawkowo dat een fraai kerkje heeft met een houten toren, Jonkowo en Gutkowo. In Gutkowo en Likusy passeren we een paar Sklepp-winkeltjes, maar we vinden het nog te vroeg om te fourageren. Dat levert alleen maar onnodige ballast op.klik voor groter
Kerkje Nw Kawkowo


Vlak voor Olsztyn wees rechtsaf een bordje naar een camping maar dat was niet de camping nr. 95 uit "Polen per Rad". Daarvoor moeten we aan de zuidwestelijke kant van de stad zijn. We fietsen langs een brede autoweg met fietspad richting centrum. We passeren een hotel met een klein kampeerterreintje waar een tent op staat. Onbewust knopen we dat in onze oren. Verderop moeten we bij een bushokje afstappen omdat er te veel glas tussen het bushokje en de rand van het fietspad ligt. Tenslotte duiken we onder het spoor door en slaan rechtsaf richting Ostroda. Eenmaal buiten de stad zoeken we het Ukielmeer op omdat de camping volgens de gids "am Südlichen Ukielsee" ligt. Daar treffen een bordje aan dat weer terug de stad in wijst. Dat doen we dus niet en we gaan gewoon door. We komen voorbij een jachthaven met kampeergelegenheid en we onderzoeken of het iets voor ons is. Dat is het niet en dus maar weer verder. We zitten op de ul. Sielska en de camping moet op nr. 12 zitten. We vinden nr. 12, maar geen camping. Uit een aantal kenmerken leiden we af dat er wel geweest moet zijn. Ergo: hij is opgeheven.
We besluiten het eerder genegeerde bordje op te zoeken en komen in Olsztyn uit waar we al eerder geweest waren. We besluiten de hotelcamping te nemen omdat de bordjes nog 6 km verder teruggaan naar de allereerste camping, vlak voor Olsztyn. Op de weg er naar toe kopen we nog wat eten en vermoeid slaan we onze tent op. Naar schatting hebben we zo'n twee uur zitten zoeken naar een kampeergelegenheid. Later zijn we, op de terugweg naar huis, nog eens bij de VVV gaan informeren en die bevestigden dat het hotel de enige goede kampeerplaats is en dat die aan de ul. Sielska is opgeheven.



Om kwart voor tien vertrekken we als eindbestemming Biskupiec. Het is benauwd en warm en we moeten eerst uit Olsztyn weg zien te komen. We volgen dezelfde weg als gisteren. Dus het fietspad naast de grote autoweg, afstappen bij het glas naast het bushokje, het spoor onderdoor maar nu rechtdoor richting Szcytno. We komen door allemaal verkeersriolen belegd met snikheet asfalt. Waar er diepe rijsporen zijn ligt het opgekruld tegen de stoeprand. Op een groot kruispunt gaan we linksaf richting Biskupiec en al gauw weer rechtsaf richting Klebark Wlk omdat we de binnenwegen zoeken. Uiteindelijk zullen we na Raszag weer op de autoweg naar Biskupiec uitkomen. Als we de stad uit zijn loopt het zweet in straaltjes over onze rug.
We komen door een keten van kleine dorpjes waar niets te beleven valt maar de route is mooi. De weg voert afwisselend door dicht bosgebied en open gedeelten die aan de Veluwe doen denken. Het is voortdurend stijgen en dalen en dus zeer heuvelachtig. Al dat gezwoeg wordt af en toe beloond met een prachtig uitzicht op meren en en open glooiend landschap. Om kwart voor twaalf pauzeren we met mineraalwater en veel koekjes. Dat zijn de Poolse versie van Maria kaakjes en ze heten dan ook "Ciastka Holenderskie". We zijn dan al door de dorpen Klebark, Silice, Patryki, Prejlowo gekomen. Na een half uur gaan we weer door. Zo af en toe worden we door een auto gepasseerd die keihard rijdt, maar daar zijn we zolangzamerhand aan gewend.
Rusek Wlk

Lunch op de driesprong bij Rusek Wlk
Om een uur zijn we in Rusek Wlk. We gaan lunchen op twee banken die achter een Mariabeeld staan en die daar voor ons lijken te zijn neergezet. Alles is er doodstil, op een auto na, die de driesprong over komt stuiven. Tegen kwart voor twee breken we op, ook al omdat de zon ons plekje steeds harder begint te bestoken. We komen door Saplaty, Rumy en tenslotte Raszag. Hier gaan we op de splising links, rechtstreeks naar de autoweg naar Biskupiec. Om kwart voor vier zijn we er. We gaan eerst koffie drinken op het plein en foto's nemen. Daarna kampeerterrein zoeken. De zoektocht wordt een herhaling van die van gisteren bij Olsztyn.

Op de kaart staat een eenvoudig bivakveldje aangegeven aan de zuidrand van de stad aan het meer. We fietsen het hele meer rond en het enige dat wij aantreffen is een dagrecreatiestrandje met afvalcontainer en op een andere plaats een primitief soort botenclub. Tegen half zes gaan we een hotel opzoeken. Het wordt Hotel Atelier. Het is een prima hotel en we worden resoluut naar binnen geloodst alsof de receptionist wil zeggen, zoek maar niet verder want er is verder niets. Nadat wij de stad wat beter hebben leren kennen moeten wij hem gelijk geven. Op hotelgebied is er inderdaad verder niets.
BiskupiecDe etenswaren die we onderweg hebben ingeslagen (worst en sla) worden in de gemeentelijke afvalbak gedeponeerd omdat ze niet kunnen worden bewaard. Daarna zoeken we een eetgelegenheid op. We komen in een groot restaurant terecht dat in een gerestaureerde kachelfabriek uit de Duitse tijd is gevestigd. We leren dan meteen dat de Duitse naam voor Biskupiec, Bischofsburg is.
Voormalige kachelfabriek in Biskupiec
 



Na een prima nachtrust en dito ontbijt gaan we al vroeg op pad naar Mragowo. Omdat Mragowo niet ver is nemen we een omweg over de binnenwegen via Reszel en Swieta Lipka. In Reszel staat een groot kasteel en in Swieta Lipka een mooi klooster. Het is een mooie route met voortdurende stijgingen en dalingen. Het is allemaal niet steil en door de afdalingen te benutten kan je ook weer makkelijk de hellingen nemen. Overal weidse uitzichten en grote akkers met op de achtergrond percelen bos. We komen door Bredynki, Wola, Lezany en Robawy tenslotte in Reszel.
Zoals gezegd is daar een grote burcht, alweer van de Duitse Ridderorde. In 1822 is er een protestantse kerk in gevestigd. Die heeft de zuidvleugel tot kerk laten verbouwen waardoor er een merkwaardig bouwsel op de muur is ontstaan. Reszel is een leuk stadje met veel gebouwen uit de oude tijd. Zoals altijd winkeltjes die nauwelijks opvallen en met ramen waar traliewerk voor zit. Burcht van Reszel

De burcht van Reszel met z'n rare bouwsel er op

Na onze lunch voor het oude raadhuis, richting Swieta Lipka. Het is niet ver weg en na een bocht in de weg komt het klooster ineens tussen de huizen van Swieta Lipka tevoorschijn. Het is een Barok klooster en lijkt sprekend op het klooster van Melk aan de Donau in Oostenrijk.
Klooster Swieta Lipka Klooster van Swieta Lipka Na een uitgebreid bezoek gaan we richting Mragowo. We fietsen langs het Dejnowameer en vervolgens op Lembruk aan. Ondertussen kondigt zich in het zuidwesten een onheilspellende lucht aan. Het begint ook harder te waaien en het wordt kouder. Maar de regenjassen blijven nog in de fietstas. Onbewust gaan we harder rijden want wie weet komen we nog droog in Mragowo. We komen langs het Kierszlanowskiemeer en we schieten goed op. Even voor Mragowo komen we op de autoweg en dan is het weer gedaan met de rust. Als we in de stad zijn begint het dan eindelijk te regenen.
We hebben het dus gehaald ! We moeten nog even pinnen en boodschappen doen. We ontwaren in de hoofdstraat, in de buurt van het marktplein, een winkel waar je zowaar Camping Gaz kan krijgen. Daarna richting camping. Op het marktplein staat een enorme geschilderde plattegrond zodat we nu weten hoe we er moeten komen. We moeten weer terug de stad uit en dan rechtsaf naar het Czosmeer. Je kunt kiezen tussen de weg langs het meer of de wat hoger gelegen autoweg. We kiezen de eerste en komen op een zwembad uit.De regen komt intussen met bakken uit de hemel. Via een trap met fietsgoot kunnen we naar de autoweg en eindelijk, daar is een bordje "Pole" en komen we uit op camping "Cezar". Een goedgemutste dame wijst ons een plaats. Het is een terrassencamping en er is overal plaats genoeg. Samen met twee andere tenten zijn wij de enige tentkampeerders; hier en daar is nog een bungalow bezet maar dat is het dan ook. Omdat we net iets te lang treuzelen met een plaats uitzoeken en fietsen afladen missen we een droogteperiode om de tent op te zetten. Met veel kunst en vliegwerk weten we de tent op te zetten zonder hem vies en van binnen nat te maken. Tegen etenstijd krijgen we weer een droogte interval en kunnen we koken.



We staan op met bewolkt weer. Rond tien uur vertrekken we voor de etappe naar Gizycko. Dat ligt in het merengebied waar het boekje van Marion Dönhoff over gaat. We zijn benieuwd. Onderweg gaat de zon weer schijnen, het kan niet op. Het wordt een prachtige tocht dwars door het Mazurische merengebied en overal weidsheid. We rijden eerst weer terug naar Mragowo en dan de autoweg op waar we gisteren van af zijn gekomen. Bij Szestno rechtsaf naar Wyszembork. We rijden tussen twee meren door en even later uitzicht op een akkerareaal omsloten door bossen.
Saletmeer Akkers
We fietsen tussen twee meren door en even later uitzicht op een akkerareaal

Het valt ons op dat het een herfstdag begint te lijken. De bladeren beginnen te kleuren en er vallen al veel bladeren van de bomen. De herfst zet in deze gebieden vroeg in en omdat de Poolse binnenwegen bijna allemaal bomen langs de weg hebben staan ligt er al veel blad op de weg. In de verte nadert een auto die op onze stille weg keihard rijdt: een Nederlander. Hij dus ook al.
Tussen Slabowo en Krzyzany is het af en toe maar een zanderige toestand en moeten we soms afstappen. Bij Krzyzany op de T-kruising rechtsaf naar Ryn. Vlakbij Ryn staat op een hoge dijk een molen naar Hollands idee. Er is een museum in gevestigd maar we vinden het maar een lelijk ding en geen foto waard. Vlakbij de grote kruising met de splinternieuwe autoweg staat een al even splinternieuw hotel-restaurant. Er is geen gast aanwezig maar we weten al gauw twee koffie en mineraalwater te scoren en in het lekkere zonnetje laten we het ons goed smaken.
Nadat we het er goed van hebben genomen gaan verder via de binnenwegen. Glabowo, Sterlawki Wlk, Sterlawki Ml en tenslotte Gizycko. We zitten nu midden in het Mazurische merengebied en passeren het ene meer na het andere. Vlakbij Gizycko komen we weer op de autoweg. Het is een drukke weg en daarom volgen we voortdurend de informele fietspaden die al in de brede zandberm zijn uitgesleten of we nemen de stoep. Uiteindelijk komen we bij onze camping uit die ook hier bij een hotel hoort. In dit geval is het dan een motel. Camping en motel heten naar het kasteel dat er bij staat. Camping nr 1 "Zamek". Het kasteel is ook weer van de Duitse Ridderorde.
Naar de grote foto Onze kampeertafel vlakbij de receptie. Naast de receptie het houten hek van het auto- en fietsenterreintje (Gizycko)
De bewaking is ook hier weer streng. Er is een omheind stukje voor de auto's dat vlakbij de receptie staat. Het kan vanuit een raam in de gaten worden gehouden. De fietsen moeten daar ook staan. De tenten staan allemaal bijelkaar gegroepeerd, ook weer in de buurt van de receptie. Wij mogen persé niet een beetje verder staan. We weten toch een goed plekje te vinden en zetten daar de tent op.
Normaal gesproken is het kampeertarief altijd inclusief douche en toilet,zoniet hier. Dat is in het begin een bron van misverstanden met de toiletdame. Maar als dat is opgelost kunnen we onze gang gaan. Je kunt er letterlijk van de grond eten. Bij het douchen word je tot aan het douchehokje begeleid. Het is nog steeds prachtig weer maar 's avonds en 's nachts wordt het benauwd. Ook hebben we last van een feesttent verderop buiten het terrein. 's Nachts lopen er allerlei aangeschoten figuren langs de camping. Ze kunnen 's nachts goed kabaal maken die Polen.



's Morgens is het zwaar bewolkt en er staat een frisse wind. De weersomslag verklaart dus de benauwdigheid van vannacht. We willen vandaag een dagtocht maken naar het eigenlijke einddoel van onze reis: Steinort. Het is het familiekasteel van de Dönhoff-Lehndorff familie waarover in het boekje van Marion Dönhoff onder andere wordt geschreven. In het Pools heet het Sztynort. We komen alleen niet ver want voor we de stad uit zijn striemt de regen ons al in het gezicht. De tocht naar het Mauermeer (Mamrymeer) waar Steinort aan ligt blijft lokken maar de regen wordt steeds erger en we besluiten terug te gaan naar de tent. Eerst maar koffiedrinken in "Bar Omega" in Giszyko. Het is een eetgelegenheid waar je met je blad je bestelling op afroep moet ophalen en dan ergens kunt gaan zitten. Het is niet ongezellig want het is bevolkt met mensen die daar thuishoren: kampeerders en zeilers. Giszyko is namelijk een watersportcentrum dat tussen twee meren ligt. Met onze natte kleren kunnen we er geen schade aanrichten. Daarna gaan we richting tent waar we de dag puzzelend en snoepend doorbrengen. 's Avonds gaan we weer naar "Bar Omega" voor onze warme maaltijd.



Gelukkig weer mooi weer maar wel een stuk kouder dan voorheen. De ochtend begint met luidsprekerlawaai dat verband houdt met het begin van de scholen. Er is voor alle kinderen een bijeenkomst georganiseerd waar ze in keurige kleren gestoken op af gaan. De middelbare scholieren banjeren met hun rugzak op over de camping op weg naar school. Aan het einde van de dag zullen we nog meer tekenen van het aflopende vakantieseizoen tegen komen. Maar voor ons gaat het vandaag dan toch gebeuren: Steinort !
Het is een prachtige tocht met aan onze linkerhand af en toe het uitzicht op de grote Mazurische meren. We nemen natuurlijk de binnenwegen via Swidry, Pozezdrze, Harsz en tenslotte de grote brug tussen de twee meren Dargin en Mamry. In de Duitse tijd heette het allemaal Mauermeer.
DarginmeerMamrymeer
Aan de ene kant het Darginmeer en aan de andere kant het Mamrymeer.
In de Duitse tijd heette het allemaal Mauermeer.

Eenmaal aan de overkant, komen we na een paar honderd meter uit bij een jachthaventje aan een kleine baai. Hoewel we zowat de enigen zijn weten we daar een kopje Nescafé te bemachtigen. Ondertussen zoeken we uit waar Steinort moet liggen. We komen tot de conclusie dat het achter de boerderij en een stel huizen moet zijn waar wij net op uitkijken. Nadat de koffie is betaald gaan we op weg er naar toe en kopen ondertussen in een souvenirwinkeltje een kaart van Steinort zoals het vroeger was. We lopen tussen de boerderij en de huizen door en ja hoor: daar staat het huis plotseling voor ons. Maar wat is het verwaarloosd !
Steinort Marion Dönhoff zegt over Steinort het volgende: "Steinort was zonder twijfel het mooiste landgoed in Oost-Pruisen. Het huis zelf was niet erg imposant omdat het ontsierd werd door aanbouw uit latere tijden. Maar het landschap was weergaloos fraai. Steinort was een soort schiereiland aan drie kanten omzoomd door het Mauermeer, het grootste meer van Mazurië, dat met een heel stel kleinere in verbinding staat. Het Mauermeer, dat paradijs voor watervogels, nee alle vogels, speelde natuurlijk een enorme rol."

Het landgoed Steinort was sinds het begin van de 16e eeuw in het bezit van de familie Lehndorff, de naaste familie van Marion Dönhoff. Het huis is eind 17e eeuw gebouwd. Het verval is al begonnen toen in de tweede wereldoorlog de Duitsers er een militair hoofdkwartier vestigden. De Polen hebben niet genoeg geld om het te restaureren. Bovendien is het de vraag hoeveel interesse ze hebben in Duits cultureel erfgoed. Het huis is nu in beheer bij een onbeduidend BV-tje "Marina" geheten. Het exploiteert jachthavens. Ze hebben waarschijnlijk alleen belangstelling voor de grond en niet voor het huis. Het verval is dan ook niet te stuiten. Net als in Malbork komen hier busladingen Duitsers om hun cultureel erfgoed te bekijken.


De zandweg Na het afscheid van Steinort gaan we langs de andere oever van het meer terug naar Gizycko. In tegenstelling tot gisteren is het mooi en lekker warm weer geworden. Bij het kruispunt even na Sztynort Ml gaan we linksaf en komen we op een 10 km. lang traject van de vreselijkste kinderkopjes terecht. Voor een deel is dat nog op te lossen over de smalle zandberm langs de weg maar op een gegeven moment moeten we er aan geloven en wordt het rammelen tot we tenslotte bij Pilwa uitkomen op een zandweg. Ondertussen rijden we wel door een gebied met mooie natuur en uitkijkjes op het meer.
Bij onze thuiskomst is iedereen vertrokken en zijn wij de enigen op het kampeerterrein. Het verzoek onze tent in de omheining voor de auto's te zetten, ten behoeve van een beter toezicht, weigeren we. Verder is het toiletgebouw gesloten, alleen de w.c. is open. Wassen kan alleen bij de aanrechten voor de afwas. De septembermaand is aangebroken en het laagseizoen is begonnen, dat is duidelijk.



Vandaag naar onze laatste pleisterplaats voor we op de trein naar huis stappen: Mikolajki. Het is een korte tocht - 40 km. Het zou Mazurië niet zijn als we niet langs allerlei meren kwamen: Jezioro Niegocin, Jezioro Boczne, Jezioro Jagodne en tenslotte Mikolajki dat aan het Jezioro Sniardwy ligt. Om tien over een zijn we er. De weg naar de camping is een steile knobbel die we niet baas kunnen en lopend naast de fiets komen we aan in Camping Jurand. Met onze Camping Card International krijgen we zowaar korting. Het is overigens heerlijk weer en op ons gemak zoeken we een plekje op. Er staat ook een loeier van een Nederlandse kampeerauto op het terrein. Het toiletgebouw is een oud geval maar, zoals steeds in Polen, hoe oud ook, het wordt 100% schoon gehouden. Het is einde seizoen dus je moet wel uitzoeken welke WC je neemt want niet alle grendeltjes werken nog. Volgens ons wordt het warme water gemaakt met een houtvuur want de terreinbeheerder doet z'n best en een enorme rookzuil stijgt op uit de schoorsteen van het toiletgebouw. Het douchewater is dan ook gloeiend heet. Wat ons ook altijd bevalt aan de Poolse kampeerterreinen is dat standaard aanrechten voor de afwas aanwezig zijn met goede verlichting die het ook doet. Als je wat later in het seizoen bent met vroeg invallende duisternis is dat heel prettig.

De middag besteden we aan het uitzoeken van de treintijden voor overmorgen plus hoe je aan kaartjes moet komen. Het eerst gaan we naar de VVV voor informatie. Het liefst zouden we daar ook treinkaartjes kopen en met name de fietskaartjes. Niet op elk traject gaat dat even makkelijk en we willen niet op het laatste moment lange discussies aan het loket met iemand die alleen Pools spreekt. Maar helaas, we worden naar het station verwezen en voorverkoop is er niet. Dus dan daar maar naar toe en in ieder geval alvast de treintijden opschrijven. Dat wordt een vroegertje donderdag: 9.28 uur vertrekt de trein. Een half uur vantevoren gaat het loket open en dan maar het gevecht aangaan over de fietsen. We zullen zorgen dat we de eersten zijn !

Het is nog steeds heerlijk weer en na het stationsbezoek gaan we thee drinken in het haventje van Mikolajki aan het Sniardwymeer. We kunnen dan meteen nadenken over onze dagtocht van morgen in de omgeving. Dat wordt bij Wierzba met de pont over, dan door het natuurreservaat "Konyka Polskiego" en dan over de grote weg naar Wojnowo met een oud klooster en een houten Grieks-Katholiek kerkje.



We slapen eerst uit en dan op pad naar Wojnowo. Het is, hoe kan het ook anders, weer een uitgezochte dag.Pont Wierzba Eerst over een landweg naar Wierzba met aan de linkerhand een van de meren bij Mikolajki. Bij Wierzba met de pont over en dan door het " Rezervat Konyka Polskiego". Er loopt één lange doorlopende weg van ongeveer 8 km door het reservaat. Het is onderdeel van een observatie-studiecentrum. Na het verlaten van het reservaat gaan we met een brug over een sluis die twee meren met elkaar verbindt. Het is daar een drukte van belang met zeilboten. Even verderop is er een koffietent waar we aanleggen. We blijven lekker lang plakken en bekijken uitgebreid het gedoe in de sluis. Daarna richting Wojnowo.

Bij Ruciane-Nida komen we op de autoweg. Kolossale auto's met zware boomstammen passeren ons en we voelen ons nietig als we ons realiseren hoeveel tonnen energie daar voorbij daveren. Na ongeveer 8 km kunnen we van de autoweg af en slaan rechtsaf naar Wojnowo. Het plaatsje en het gebied eromheen is een pareltje.
klik groter Terwijl we uit zijn op het klooster en het orthodoxe kerkje dat hier moet zijn passeren we rechts langs de weg een huisje dat ons bijna Russisch aandoet. Later blijkt dat wel te kloppen omdat Wojwono een van de twaalf Russische dorpen is in Oost-Pruisen. Het huisje moet natuurlijk op de foto.


klik groterEven daarna moeten we volgens onze gids "Polen per Rad" linksaf om het klooster te bereiken. De weg leidt over een paar heuveltjes en aan het einde daarvan vinden we het gebouwtje. Het was bedoeld voor een kleine kloostergemeenschap van nonnen. Momenteel schijnt het nog door een twee nonnen beheerd te worden. Het ligt op net zo'n heuveltje als waar we zojuist overheen gekomen zijn. We bekijken het van alle kanten en gaan daarna door naar het orthodoxe kerkje. Het doel van deze middag. We moeten daarvoor terug en de weg vervolgen die we eerder verlaten hadden.

Bij een kruispunt zien we rechts ineens het kerkje. Het is van hout en wit geschilderd terwijl de contouren met blauw zijn afgezet. In het kerkhofje zijn twee nonnen aan het werk. We hebben nu alles gehad voor deze middag en het wordt tijd om naar huis te gaan. klik groter Het is nog zo'n 22 km en het is al over vieren. Als we bij de tent aankomen gaan we eerst douchen. Koken hebben we geen zin in en we gaan lekker in de stad eten. Het is inmiddels behoorlijk fris geworden en behalve ons jack nemen we truien mee omdat het binnen ook wel niet te warm zal zijn. Een restaurant met een gezellige varanda heeft alleen binnen nog plaats. Het is er zelfs leeg te noemen maar het is de enige mogelijkheid. Maar het eten is goed en later komen er gelukkig wat meer mensen zitten.




We staan om zes uur op om op tijd op het station te zijn. Onze eerste treinetappe is naar Olsztyn. De hemel zij dank kunnen we zonder problemen een fietskaartje krijgen. De trein was iets te laat en kwam er tenslotte met een slakkengang aan. Dat bleef zo waardoor we over de eerste 80 km ongeveer twee uur deden. Daarna kwam er meer schot in de zaak. De oorzaak hebben we snel achterhaald. Tijdens het wachten was ons al opgevallen dat de rails verre van recht was- er zaten krommingen in. Het voordeel van het slakkengangetje is dat we de omgeving goed kunnen bekijken. Zo komen we langs een plaatsje waar de kerktoren een kruis heeft waar kruiselings een hamer en nijptang in zijn verwerkt. Een overblijfsel uit het communistische verleden.
In Olsztyn is het onduidelijk hoe we met onze bepakte fietsen het perron af en het station uit moeten komen. De Polen lossen dat eenvoudig op door gewoon over de rails naar buiten te lopen. Dus wij ook. Olsztyn blijkt een gezellige oude stad te hebben waar we eerst gaan koffiedrinken. Het aanstaande lidmaatschap van de Europese Unie kondigt zich al aan doormiddel van allerlei reclame van West Europese producten. Onder andere Heineken. Toevallig treffen we daar ook de VVV aan en uit nieuwsgierigheid informeren wij eens naar het kampeerterrein aan de ul. Sielska. Het blijkt inderdaad niet meer te bestaan en men raadt ons het kampeerterrein aan dat bij het hotel hoort waar wij ook hebben gekampeerd. Het heet "Tawerna Pirat".
Morgen, vrijdag, zullen we de binnenstad verder verkennen maar nu eerst naar ons kampeerterrein aan de Ul. Baltycka, de hotelcamping. We kennen de weg zolangzamerhand op ons duimpje. Eerst weer onder het spoor door voor de weg richting Gutkowo en Morag. Bij het bushokje weer afstappen voor de glasscherven die er nog steeds liggen. En dan hotel "Tawerna Pirat". We zijn nu nog maar de enige kampeerders en je krijgt dan het gevoel dat we zolangzamerhand moeten opkrassen richting Nederland. Dat gevoel zal de volgende dag nog sterker worden als onze toiletruimte, in het sousterrain van het hotel, in gereedheid wordt gebracht voor een trouwpartij. We koken, ter afsluiting van de dag, ons laatste eigen potje en gaan na de dagelijkse douchepartij naar bed. klik groter
Oude stad van Olsztyn



De dag van vandaag zullen we besteden aan het verkennnen van de route naar het station, het kopen van de trein- en fietskaartjes en een verder bezoek aan de oude binnenstad. Verder krijgen we nog een lekker probleempje bij geld pinnen. Eerst een tijd zoeken naar een PKO Bank. Die blijkt uiteindelijk aan de overkant van het stationsplein te zijn. Pinnen gebeurt in een beveiligde cel. We gaan er naar binnen nadat onze voorganger bereidwillig de deur voor ons open houdt. We kunnen er echter niet meer uit omdat we de procedure niet kennen. Die staat weliswaar duidelijk aangegeven maar alleen in het Pools.
De laatste avond van onze vakantie gaan we onszelf maar eens verwennen met een dineetje in ons hotel. Temidden van de piraten-attributen worden allerlei heerlijkheden aangedragen en kunnen we terugzien op een geslaagde vakantie en de kennismaking met een tot nu toe onbekend land.



De terugreis met de trein
Die terugreis is dus in Mikolajki begonnen. We stappen vervolgens in Olsztyn over op de trein die via Gdansk naar Szczecin gaat, dus helemaal langs de kust. In Szczecin overstappen op de trein naar Berlijn-Lichtenberg. We hebben de mogelijkheid via Warschau onderzocht maar in het stuk Warschau-Berlijn mag je geen fietsen meenemen.
Wij hebben geprobeerd de kaartjes plus fietskaartjes voor de terugreis vanaf Olsztyn in Den Haag te kopen maar dat lukt niet. Dat gaat alleen voor het gedeelte Berlijn-Lichtenberg naar Den Haag. De fietsenplaatsen zijn daarbij gereserveerd maar het fietskaartje zelf kan je pas bij de aanvang van de reis kopen, dus in Berlijn. We hebben dus in Olsztyn kaartjes plus fietskaartjes naar Berlijn gekocht en in Berlijn fietskaartjes naar Den Haag.

In de trein vanaf Olsztyn moet je als fietser wel actief zijn en anderen helpen want er is weliswaar een aparte fietsenwagon maar niemand van het treinpersoneel maakt die open. We zijn dus bij elk station druk in de weer geweest om de schuifdeur open te maken en fietsen en fietstassen naar binnen te halen. In Gdansk was zelfs dat niet voldoende. Terwijl we nog aan het laden waren vertrok de trein terwijl een deel van de fietsers achterbleef op het perron en hun bagage al binnen was. Gelukkig waren enkele van hun kameraden al binnen.





COOLARCHIVE