Oorsprong
Sint-Vincentiusconferenties
In
1832 raasde er een cholera epidemie door Parijs, die elke dag 1200 nieuwe
slachtoffers maakte. Een jonge student Frederic Ozanam wandelde elke dag
door de armste wijken van Parijs onderweg naar de lessen aan de
Universiteit. Spoedig werd hij diep geraakt door de
mensonwaardige omstandigheden waarin vele families moesten leven nadat
ze door de cholera vaak de enige kostwinner voor het gezin hadden
verloren. Hij verzamelde enkele
medestudenten rond zich en op 23 april 1833, kwamen ze voor het eerst
samen om te beslissen wat ze voor de armen konden doen. Na deze
bijeenkomst bracht Frederic samen met één van zijn vrienden een deel
van de eigen houtvoorraad voor de winter naar een arme weduwe. Anderen
reageerden spottend: “Wat kunnen zeven jongeren doen aan het immense
lijden in Parijs ?”Hiermee
was de eerste 'conference de charité' opgericht, een liefdadigheidsconferentie om
in Frankrijk vanuit de katholieke traditie de zorg van en voor de armen op
te nemen. Frederic Ozanam werkte en studeerde hard, maar hij sloot zijn ogen niet
toen hij dagelijks zag dat de kloof tussen arm en rijk, tussen de
zwakkeren en de sterkeren in de samenleving groot was en alsmaar groter
werd. Samen
met een aantal medestudenten sprak hij niet zelden over de kerk, het
geloof en de maatschappij in het algemeen. In Frankrijk was er grote
armoede, zowel in de steden als op het platteland. Frederic en zijn
medestudenten waren ervan overtuigd, dat armoede en systematische
achterstelling een grote schande was. Het verzoenen van de rijken met de
armen beschouwden zij als een opdracht van de kerk.
En men vond, dat men het niet alleen moest laten bij de constatering van
deze feiten. Men was ervan overtuigd, dat met praten alleen de situatie in de
wereld, en met name het steeds groter wordend verschil tussen arm en rijk
niet verholpen kon worden. Vanuit deze katholieke zienswijze en katholieke
traditie richtte Frederic Ozanam met zijn medestudenten deze conferentie
van liefdadigheid op die zij onder bescherming stelden van de Heilige
Vincentius a Paulo.
Vincent de Paul, geboren in 1581 in Zuid Frankrijk, was in die tijd een
sprekend voorbeeld van christelijke dienstbaarheid. Als priester bewoog
hij zich onder de armen van Parijs en later ook onder de behoeftigen op
het platteland van Frankrijk. Vooral vanwege zijn tomeloze inzet voor de
armen werd hij heilig verklaard.
Onder de indruk van de grote ellende en met de zegen van hun heilige
voorganger gingen de jonge actieve studenten van Parijs aan de slag. Ze
bezochten de in armoe verkerende gezinnen; gingen naar hulpbehoevende
bejaarden en zieken. Men hielp waar mogelijk en nodig was, zowel in de
steden als op het platteland. Aangestoken door dit enthousiasme sloten
zich meer goedwillende mensen bij de groep aan. De 'conference de charité'
werd een begrip en kreeg bekendheid buiten Parijs en zelfs buiten
Frankrijk.
Frederic Ozanam, die later hoogleraar werd aan dezelfde universiteit
van Parijs had met de oprichting van zijn conferentie duidelijk twee
doelen voor ogen. Enerzijds moedigde hij de armen aan om voor hun eigen
belangen op te komen en riep hij hen op tot onderlinge solidariteit.
Anderzijds wees hij de verantwoordelijken in de samenleving op hun plicht
van naastenliefde. Deze tweesporigheid om het lot der armen indirect en
ook direct in gunstige zin te veranderen, vond dan ook overal weerklank.
In de jaren die volgden
werden er steeds meer conferenties opgericht eerst in Frankrijk en
nadien in andere landen. In Rome (1842), Engeland (1844), België,
Schotland, Ierland (1845) en de Verenigde Staten (1846).
Naar boven