Jeffrey Bedrick
IJSLAND - HAFNARFJORDUR
Elfenstad
De stad Hafnarfjordur, ten westen van Reykjavik, staat bekent als elfenstad.
Velen veronderstellen dat de lava, in en rondom de stad vol leven is.
Al heel lang geloofd men dat er in deze rotsen elven, dwergen en andere
verborgen wezens wonen die gemeenschappelijk met de mensen in vrede leven.
Velen zijn er van overtuigd een vrouw, gekleed in het wit met een zilveren
centuur, gezien of gevoeld te hebben.
Zij zou in het elvenkasteel Hamorin wonen, dat staat op de rotsachtige heuvel
staat, die boven de stad uitsteekt.
Een vrouw, die daar lang in de buurt woonde, droomde dat zij in het kasteel
uitgenodigd werd. Zij werd daar door de in het wit gekleedde vrouw rondgeleid
door de prachtige zalen van het kasteel.
Tijdens de rondgang door deze ruimte's zag ze eigenaardige en kleurrijk geklede
wezens die voor de elfenvrouw bogen. Deze droom duidt erop dat er elfen van
het koninklijke geslacht wonen.
Er zijn voorbeelden dat er in IJsland straten omgelegd zijn omdat daar steeds
ongelukken gebeurden waarvan men geloofde dat zij het werk waren van de onzichtbare
wezens, die tegen de ligging van die straat waren.
In Hafnarfjordur wordt de merkagata smaller, daar waar de elfenrots uitsteekt tot aan
de straat.
Er bestaat zelfs een stadsplan van de verborgen wereld van Harnerflordur, waarop
de woongebieden van de onzichtbare wezens vermeld staan. Dit stadsplan werd
met aanwijzingen van de "zieneres"Erla Stefansdottir gerealiseerd.
Hierop staat geschreven:
"Hafnarflordur is de stad van de mensen en de verborgen wezens.
Als men de verborgen wezens waarneemt die in ieder's voortuin vertoeven, wordt
de lava op een bijzondere manier levendig".
Jeffrey Bedrick
SCHOTLAND - DOON-HILL
In Schotland, op de grens tussen Lowlands en Highlands, ligt het stadje Aberfoyle,
met in de omgeving Doon-hill, elfenheuvel.
In 1691 schreef dominee Robert Kirk hier het boek "The Secret commonwealt of Elves,
Fauns and Fairies", een betoog over en een verdediging van het geloof in elfen
en andere natuurgeesten. Geloof dat in die dagen nog zeer wijdverspreidt was in
Schotland.
De dominee werd in mei 1692 dood aangetroffen op de Doon-hill, volgens de bevolking
waren de elfen boos op hem geworden omdat hij zich teveel met hun zaken bemoeid
had en hun geheimen aan de grote klok had gehangen.
Het elfengeloof leeft hier nog steeds voort. Op de top van Doon-hill staat een eenzame
pijnboom en aan de laagste takken hangen veel smalle linten, beschreven met wensen,
dankbetuigingen en groeten aan de elfjes.
Volgens de locale traditie zou in deze boom da ziel van dominee Robert Kirk huizen.
Er is overigens een herdruk van zijn boek(1990) in vlotter leesbaar Engels.
uit: BRES 192
Okt/Nov 1998
Jeffrey K. Bedrick
ISLE OF MANN - FAIRY-BRIDGE
De Keltische historie van het Isle of Mann be�nvloed nog steeds het dagelijkse leven.
Zo groet men altijd "the little people"van de Fairy Bridge,omdat men denkt dat
dit geluk brengt.
Deze brug bevind zich op de weg van de hoofdstad Douglas naar het vliegveld.
Ik heb helaas het verhaal achter deze brug niet kunnen achterhalen, als iemand
het weet zou ik het graag horen, zodat ik het hier kan vermelden.
Mary Baxter St. Clair
ENGELAND - COTTINGLEY
Het begon in de zomer van 1917, toen de 10-jarige Frances Griffith
uit Zuid-Afrika neerstreek in het stille dorpje Cottinley in
Noord-Engeland om bij haar 15-jarige nichtje Elsie Wright
te komen logeren.
Achter het huis van de Wrights lag een groene vallei, begrensd door
een riviertje. Daar trokken Elsie en Frances regelmatig naar toe om er te gaan spelen.
Weldra hoorden de ouders, Arthur en Polly Wright, van elsie vreemde
verhalen over het contact van de meisjes met echte elfen. Hoewel
de lokale bevolking toen niet echt afwijzend stond tegenover het
bestaan van natuurgeesten, hadden de ouders weinig oor voor die "onzin".
Maar Elsie bleef er zo vaak over doorzeuren dat haar vader haar zijn
nieuwe Midg-camera gaf met de opdracht zo'n elfje dan maar eens te
fotograferen. Nog geen uur later kwamen ze terug met de enthousiaste
verzekering dat het gelukt was. Vader Wright ontwikkelde het negatief
en stelde tot zijn verbazing vast dat de meisjes op de een of andere
manier dansende elfjes hadden gefotografeerd.
Een maand later volgde een tweede opname, Elsie met het clowneske
"aardmannetje". Arher en Polly wisten niet wat te beginnen met
die rare foto's en bleven sceptisch en de foto's verdwenen in een lade.
In 1920 woonde de moeder van Elsie een theosofische lezing bij
waarin ook natuurgeesten ter sprake kwamen. Polly herinnerde zich de foto's
van haar dochter en zo kwamen de afdrukken en de negatieven via-via
bij Edward Gardner terecht, toenmalig propagandist van de
Theosofische Beweging.
Sir Arthur Conan Doyle,schepper van de legendarische detective
Sherlock Holmes, hoorde in Mei 1920 over deze foto's en nam contact
op met Gardner om de authenciteit van de foto's te kunnen bewijzen.
Henry Snelling, een autoriteit op het gebied van vervalsingen kwam
tot de conclusie dat er met de elfenopnamen niet gezwendeld was.
Doyle liet ze ook onderzoeken door het Kodak-bedrijf in Kingsway.
De platen zagen er ongemanipuleerd uit, luidde het daar.
In de loop van augustus 1920 slaagden Elsie en Frances erin om de
theosoof en de detective-schrijver te verrassen met 3 nieuwe opname's.
Tot zijn dood in 1930 bleef Conan Doyle overtuigd van de echtheid
van de foto's.
Frances Elsie
In 1982 publiceerde het weekbladUnexplained bekentenissen van
Elsie en Frances over de foto's en in een televisieprogramma onthulden
de twee charmante oude dametjes hoe ze indertijd de foto's handig
in elkaar hadden geknutseld.
Aanvankelijk was het hun bedoeling geweest de zaak niet te lang te
laten duren maar toen de foto's onder de aandacht kwamen van Gardner
en Doylesloeg de angst hun om het hart als zij de oorzaak zouden zijn
van de publieke neergang van beide respectabele heren. Terugkrabbelen
was toen voor hun onmogelijk geworden.
De orginele elfjes waren illustraties uit het sprookjesboek
Princess Mary's Gift Book en waren door Elsie zorgvuldig
uitgeknipt en bijgetekend. Met die lange hoedenaalden van toen
werden ze vervolgens in het gras gepind om de foto's te kunnen maken
In het onthullende televisieprogramma bl��f de toen 75-jarige Frances
Griffith tot het einde toe zweren dat althans zij in Cottingley wel
degelijk elfen had gezien
De knutselfotografie, aldus Frances, was enkel hun gegriefde reactie
geweest op het feit dat Elsie's ouders haar toen niet serieus hadden willen nemen.
Overigens interesseerden de beroemde foto's haar nu niet meer omdat
de kwestieuze figuurtjes toch niets leken op echte fairies.
"If you had seen real fairies,"zei Frances"you would understand..."
uit: BRES 201
April/Mei 2000
Dont't go look for fairies
They fly away if you do
You never can see the fairies
Till they come looking for you
|