Guatemala is een van de kleurrijkste landen met de grootste indiaanse bevolkingsgroep van alle Latijns-Amerikaanse landen. Deze afstammelingen van de Maya's leven volgens hun eeuwenoude tradities (costumbre) en dragen nog vaak hun prachtige traditionele klederdracht. De markten zijn bont, zeker als indianen uit allerlei dorpen elkaar ontmoeten. Elk dorp kent zijn eigen klederdracht.
De naam "Guatemala" is van indiaanse oorsprong, maar men is het niet eens over de betekenis. Twee mogelijkheden zijn: "land van vele bomen" of "bergen van het opspuitende water", dit laatste verwijst naar de vulkanen.
Een dorpje gelegen aan de noordelijke oever van het Lago
Atitlán,direct tegenover de 3 vulkanen
San Pedro (3020m), Tolimán (3158m) en Atitlán (3537m)
De naam Panajachel betekent "plaats van de witte zapote". (een vruchtboom)
Vanwege de vele buitenlandse toeristen die er komen en de buitenlanders ( gringos) die er wonen, wordt Panajachel wel "Gringotenango"genoemd. Het kleine centrum bestaat uit restaurants, hotels, winkeltjes en kraampjes van boven tot beneden vol met textiel en andere souvenirs. Alles zeer toeristisch, maar het straalt charme uit!
Lago Atitlán wordt wel het mooiste bergmeer ter wereld genoemd. In feite is het meer een krater met een doorsee van 18 km en een diepte van 320 meter, ontstaan door een vulkaanuitbarsting ruim 85.000 jaar geleden.
Je kunt een boottocht maken over het azuurblauwe kratermeer en enkele zogenaamde aposteldorpjes aan de rand van het meer bezoeken. Op de vruchtbare hellingen rondom het meer wordt terrasbouw bedreven en je hebt fantastische uitzichten op het water, dat al naar gelang de inval van het zonlicht van kleur verandert. Aan het einde van bijna elke morgen verandert het water van het meer in woelige baren als gevolg van de xocomil. In het Cakchiquel betekent dit "de wind die de zonde weg waait". Deze wind komt van de kust en kan ervoor zorgen dat er schuimkoppen op het water komen.
Maar de idylle is niet helemaal wat het lijkt. Het meer, dat alleen door regenwater wordt gevoed, is zwaar vervuild. De grootste boosdoeners zijn menselijk afval, kunstmest en pesticiden die tijdens de regentijd naar het meer spoelen. Milieubescherming staat in Guatemala in de kinderschoenen.
Mannen, vrouwen en kinderen gaan hier gekleed in traditionele, zelfgemaakte kleding die duide- lijk anders is dan wat gedragen wordt door indianen uit andere regionen. |
Sololá ligt boven op de kraterrand, enkele kilometers van Panajachel vandaan. Men spreekt er Cakchiquel. De naam betekent waarschijnlijk "rivier van de vleermuis", Deze vleermuis is het symbool van het laatste koningshuis van het Cakchiquel-volk en is ook te zien op de rugzijde van de jasjes die de mannen dragen.
De Sololatecos handhaven de traditionele klederdracht: de vrouwen dragen een rode gestreepte huipil( blouse) met mouwtjes, de mannen dragen broeken van dezelfde stof. Verder bestaat de mannelijke dracht uit korte dekenrokken en wollen jasjes, onder de jasjes felgekleurde hemden.
Het is een unieke belevenis om de markt per openbaar vervoer te bezoeken. Je zit in afgeladen bussen, die volgepropt zijn met mensen en goederen. Dubbelgevouwen op bankjes, met op je schoot een paar kinderen, naast je een tandeloos Indiaans omaatje en boven in het rek een paar kakelende kippen voel je je één worden met Latijns Amerika.
De markt op het centrale plaza is één groot kleurenpalet. Handbeschilderde houten maskers, geweven huipiles en bijpassende ceinturen, dekens en omslagdoeken, bloemen en planten, groenten en etenswaar, zo'n beetje alles wat Guatemala te bieden heeft wordt hier te koop aangeboden.
De trap is heilig en alleen voor de religeuze gemeenschap bestemd. De bedoeling is dat toeristen de zij-ingang nemen en zeker niet op de trap gaan zitten uitrusten. |
Santo Tomás
De kerk is door de Dominicanen gebouwd op en met de fundamenten van een Maya-heiligdom. De manier waarop het geloof in Chichi beleden wordt is, net als het kerkgebouw, een mengsel van oud en nieuw, van Maya-religie en katholieke geloof. Op de trappen van Iglesia Santo Tomás zwaaien Chuchkajaus ( brujo's) met hun wierookhouder on aan de goden toegang te vragen voor ze de kerk binnengaan. De chuchkajaus zijn een soort sjamanen die het contact tot stand brengen tussen de goden en de mensen. Via diverse rituelen roepen de mensen de hulp in van de heilige of een god om op die manier hun lot te beinvloeden. Ook kunnen de curchkajaus uit kristallen en zaden of bonen de toekomst lezen. In de 18e eeuw werd hier het manuscript van Popol Vuh ontdekt, de heilige boeken van de Quichè-Maya's.
Pascual Abay is een eeuwenoud heiligdom, dat bestaat uit een offerplaats met een stenen beeld van de vruchtbaarheidsgod. Het ligt op zo'n 2 km buiten het stadje. Deze beelden vertegenwoordigen de natuurlijke krachten in de kosmos. Het heiligdom bestaat uit een rechtopstaande steen met een menselijk gezicht omgeven door andere stenen en wierookbranders. Bloemen, drank, kaarsen en af en toe een kip worden op een bed van dennennaalden aan deze Mayagod geofferd.
Iglesia San Francisco el Grande |
Het is een gezellige stadje waar je heerlijk rond kunt wandelen over - vaak nog met kinderkopjes bedekte - straten. Het koloniale verleden blijkt uit de talloze kerken en de mooie barokke gebouwen.