Navigatie / Inhoud:
VOORWOORD.
HOOFDSTUK 1.
De vroegste generaties van het geslacht Nonhebel.
HOOFDSTUK 2.
De familie Nonhebel in Lingen.
HOOFDSTUK 3.
Johann Peter Nonhebel en gezin.
HOOFDSTUK 4.
De familie Nonhebel-Sommerwerck en Deetman-Nonhebel.
HOOFDSTUK 5.
Het gezin Nonhebel-Pasman en Nonhebel-Richter.
HOOFDSTUK 6.
Het gezin Nonhebel-van der Burg en hun kinderen.
HOOFDSTUK 7.
Het gezin Nonhebel-van Haersolte tot den Doorn.
HOOFDSTUK 8.
De familie Nonhebel-Hooft Graafland.
HOOFDSTUK 9.
Het gezin Nonhebel-Sterk.
HOOFDSTUK 10.
Daniël Jacobus Nonhebel.
HOOFDSTUK 11.
De familie Vermaas-Nonhebel.
HOOFDSTUK 12.
De familie Nonhebel-Honkoop.
HOOFDSTUK 13.
Het gezin Nonhebel-Bonda.
HOOFDSTUK 14.
Het gezin Fagginger Auer-Nonhebel.
HOOFDSTUK 15.
Slotopmerkingen.
LITERATUURLIJST.
PARENTEEL.
Johann Christoffer Nonhebel (1715 - 1774).
INDEX.
STAMBOOM.
|
HOOFDSTUK 11.
De familie Vermaas-Nonhebel.
De tweede dochter uit het huwelijk Nonhebel-van der Burg, Jane Elisabeth, geboren in Est 2-11-1839 trouwt te Kesteren 13-5-1864 met Hendrik Vermaas, predikant in Gapinge. Hendrik Vermaas wordt geboren in Hellevoetsluis op 3-9-1832 als zoon van Hugo Vermaas, korenmolenaar en Johanna Katrina Groesbeek.
Het geslacht Vermaas, waar Hendrik uit stamt, is afkomstig uit Brielle, waar de oudst bekende Vermazen loods op de Maze en marktschipper waren.
Door de economische teruggang van Brielle gingen in de achttiende eeuw twee van de vier broers naar Hellevoetsluis. De ene broer werd timmerman en die tak leverde aannemers en ingenieurs, de tweede broer werd bakker, waaruit bakkers, gistfabrikanten en molenaars voortkwamen.
Hendrik is de enige uit het gezin van Hugo Vermaas, molenaar / graanhandelaar en een kleinzoon van de eerste bakker, die niet in het molenaarsvak gaat, doch mag studeren. Aanvankelijk medicijnen, waarschijnlijk omdat zijn moeder uit een geslacht van chirurgijnen stamt. Maar omdat hij geen bloed kan zien, gaat hij over tot de theologiestudie in Utrecht.
In 1862 wordt Hendrik Vermaas beroepen in Gapinge in Zeeland. Daar worden ook de eerste vijf kinderen van het echtpaar Vermaas-Nonhebel geboren, van wie er drie sterven voor het vertrek uit Gapinge.
In 1870 krijgt Hendrik op zijn verzoek eervol ontslag en vertrekt naar Rotterdam, waar hij zich associeert met drie andere personen, t.w.Alexander Christiaan Marius Holland, Adrianus Quirinus Kraijenhoff van de Leur en Dirk Lambertus Marius Holland, en met hen een firma voor scheepsvictualiën opricht "Vermaas, Holland & Co".
Dit blijkt geen succes, want in 1875 wordt hij wederom beroepen en hij staat 2 jaar als predikant in Enter bij Wierden.
Vandaar gaat het naar de standplaatsen Yerseke, Numansdorp. Yerseke en Souburg. Hij staat twee maal in Yerseke, omdat die plaats hem aanstaat en Numansdorp hem niet ligt. Hij staat in Yerseke in de roerige tijd van de opkomst van de oestercultuur en het begin van de neergang. Hij moet verschillende malen oestervissers adviseren, wát te doen met hun plotselinge rijkdom. (zie "Elk vist op zijn tij" van Rob van Ginkel)
Op 1-4-1897 gaat Hendrik definitief met emeritaat en het gezin verhuist naar Hilversum. Hij sticht daar samen met neef Johannes Abraham Christoffer (Jo) Nonhebel, zoon van de apotheker Abraham Agathus, een Drukkerij en Uitgeverij Nonhebel & Co. Naderhand genaamd De Mercuur. Er zijn ook plannen een school te openen in Villa Jeanne op de Vaartweg 53-55, welk pand door Hendrik is gekocht in 1897. Doch deze schoolplannen blijken nooit verwezenlijkt te zijn.
Op 4 maart 1901 verhuist het echtpaar Hendrik en Jane Elisabeth naar Brussel om in februari 1903 weer terug te keren naar de Vaartweg. Aanleiding voor deze verhuizing kan het overlijden van Daniël Nonhebel zijn op 6 maart 1901 en het feit dat zij vermoedelijk de door Dr de Man in zijn boek genoemde medeërfgenamen zijn van Daniël.
Na het overlijden van Jane Elisabeth op 15 december 1903 is Hendrik op 17-10-1907 hertrouwd met Wilhelmina Jacoba Catharina Pasman. Hendrik heeft al voor die tijd Vaartweg 55 verlaten. De directie van De Mercuur wordt inmiddels gevoerd door zijn jongste zoon Janus Christiaan Karel (Chris), terwijl het huis met pension en schooltoezicht onder leiding komt van Jane Elisabeth Christina(Jeanne).
Het echtpaar Vermaas-Nonhebel krijgt elf kinderen, waarvan er vijf jong overlijden. De overgebleven zes kinderen zijn:
- Johanna Catharina Agatha(Anna)(1867-1952). Zij verlaat als eerste het ouderlijk huis. Zij trouwt(1891) met Pieter de Buck, predikant in Oostkapelle. Hij is boerenzoon en moet als oudste de boerenhoeve overnemen en ondanks het feit, dat de onderwijzer hem een studiehoofd vindt, mag hij niet verder studeren. Hij moet op de boerderij gaan werken na zijn schooltijd. Zijn vader sterft betrekkelijk jong en zijn stiefvader ziet hem als boer op de hoeve niet zitten. Hij loopt met zijn studieboek achter de ploeg volgens zijn stiefvader. Hij kan dan toch, zij het later, gaan studeren en dankzij zijn goed verstand kan hij de achterstand inhalen. Pieter overlijdt reeds in 1920, Anna achterlatend met haar weliswaar grotendeels al volwassen 6 kinderen.
Zij blijft aanvankelijk in Leeuwarden wonen, maar trekt in 1936 bij haar dochter Jane in, wanneer deze, terugkomend als weduwe uit Nederlands-Indië in Groningen gaat wonen. Zij gaat ook met Jane mee als deze verhuist naar Ede. Ten slotte woont zij nog 4 jaar op de Vaartweg in Hilversum tot haar overlijden in 1952.
- Hendrik(Henk)(1873-1946) studeert theologie en wordt predikant. Hij volgt deze studie, omdat zijn moeder graag ziet, dat haar drie zonen predikant zullen worden. Bovendien is dat de goedkoopste oplossing, omdat kinderen van predikanten geplaatst kunnen worden op een internaat in Doetinchem tegen lage kosten. Hij volgt het gymnasium in Doetinchem. Hij doet daar ook zijn eindexamen. Hij heeft dan wel inmiddels het internaat verlaten en is op kamers gaan wonen. Hij "moet" het internaat verlaten, omdat hij een fuifje geeft op zijn kamer met drank! Slechts Henk volbrengt de studie, hoewel hij andere wensen heeft. Hij heeft namelijk een goede zangstem, die hij als predikant ook goed kan gebruiken. Hij is na zijn predikantenstudie les gaan nemen bij Antoon Averkamp. Deze vertelt hem dan, dat hij een prachtige stem heeft met een gouden toekomst. Wanneer hij echter hoort, dat Henk al een gezin heeft, is het voor hem duidelijk, dat dat niet meer mogelijk is.
Tijdens zijn studie in Leiden wordt hij nogal eens uitgenodigd door zijn oom Daan. Die brengt hem de liefde bij voor de wijn en in zijn latere leven importeert hij zelf wijn op fust uit Frankrijk, die door hemzelf gebotteld wordt. En het waren uitstekende wijnen!
In de memoires van zijn jongere zuster Jane Elisabeth Christina (Jeanne) komt nog het volgende jeugdverhaal over Henk voor:
"Goddank waren vader en moeder zeer verstandig. Ze lieten de jonge mensen waar hun kinderen belang in stelden bij zich aan huis komen, zodat zij ze in ons eigen milieu waarnamen. Meestal ging onze prille liefde dan over. Zo mocht Henk dan zijn favoriet ten eten vragen; hij verrukt natuurlijk. Mina was inderdaad een heel knap meisje en ook heel aardig. Van een predikant wordt nu eenmaal meer gevraagd en dat wilden mijn ouders hem bijbrengen. Nu ze hadden succes met hun eigenlijk schijnheilige invitatie. Even voor wij aan tafel gingen kondigde Mina plotseling aan "Nu ik mot eens even" en liep tot onze verbazing de tuin in, hurkte neer en deponeerde in de tuin wat wij op een meer verborgen plaats brengen. De boerenmeisjes vonden dit een heel gewone en gemakkelijke methode. Wij jubelden binnen "Henk, daar zit je vrouw". De liefde stierf een vroegtijdige dood"
Hij trouwt met Christine Hendrika Sofia Reepmaker. Hij staat achtereenvolgens in Hensbroek, Grosthuizen, Aardenburg, Zaandijk, Boskoop en Lochem. In de laatste gemeente staat hij 33 jaar. Het is ook daar, dat hij gebruikmakend van zijn mooie stem concerten geeft om geld in te zamelen voor een nieuw orgel voor de kerk. Het geld komt er en het nieuwe orgel ook.
Het gezin heeft drie dochters en een zoon.
- Jane Elisabeth Christina(Jeanne)(1874-1973), zij is gymnastieklerares en later masseuse en heilgymnastieklerares. Op jonge leeftijd geeft zij al te kennen gymnastieklerares te willen worden, wat aanleiding is voor de nodige onrust in het predikantengezin. Een meisje dat gymnastiekles wil geven is iets ongehoords in die tijd. Zij heeft doorgezet en omstreeks de eeuwwisseling heeft zij reeds een aanstelling bij de Hogere Burgerschool in Hilversum. In 1904 volgt zij voor het eerst een cursus in Zweden voor het gebruiken van spelletjes bij het onderwijs. Meerdere cursussen in Zweden volgen en reeds voor de Eerste Wereldoorlog heeft zij een eigen praktijk voor heilgymnastiek en massage op de Vaartweg 53-55.
Zij heeft zich in de jaren daarna steeds verder bekwaamd en is altijd op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. In haar praktijk heeft zij meestal Zweedse assistenten. Twee van hen trouwen in de familie. Anna Lisa Nordenberg trouwt Adriaan de Buck, de zoon van haar zuster Anna. Brita Erica Karolina Berggren trouwt met haar broer Janus Christiaan Karel.
Zij heeft dit werk volgehouden tot kort voor haar overlijden op 99 jarige leeftijd. 4 Maanden voor haar sterven wordt zij nog geridderd, waarbij zij gekscherend tegen de burgemeester zegt:
" Als jullie nog langer gewacht hadden, hadden jullie het op mijn kist moeten spelden."
Zij kan grote verhalen vertellen over de resultaten van zowel haar opvoedkundige kwaliteiten als haar kwaliteiten op het gebied van heilgymnastiek en massage. De laatste zijn uiteindelijk geloofwaardiger, dan de eerste. Hoewel gezegd moet worden, dat zij op uitnodiging van de ouders van een van haar pupillen een reis naar Nederlands-Indië heeft mogen maken en er nog vele brieven gevonden zijn over een voortdurende goede verstandhouding met andere ouderparen.
In veel zaken heeft zij een duidelijke af en toe afwijkende mening of gedrag. Voor de Tweede Wereldoorlog rijdt zij al in een klein autootje. Volgens haar broer Chris moet zij rond rijden met een engeltje op het spatbord. Anders is het onbegrijpelijk, dat er niet meer ongelukken gebeuren. Na de oorlog doet zij het rustiger aan. Zij koopt een brommer. Bij de proefrit met de eerste brommer weet zij niet hoe te remmen en te stoppen. Tot grote hilariteit van de verkoper rijdt zij ontelbare rondjes om "De Kei" in Hilversum. Kruispunten oversteken doet zij gewoon door haar arm recht vooruit te houden, daarmee naar haar mening het verkeer dwingend haar voor te laten gaan.
Op haar tachtigste verjaardag krijgt zij nog een nieuwe brommer cadeau van haar patiënten!
Hoewel zij in haar jonge jaren wel enige serieuze kandidaten voor een huwelijk heeft o.a. de schilder Gerard Koekkoek (zoon van de bekende Koekkoek) zijn er geen verhalen bekend van huwelijksplannen in de jaren van opbouw van haar bestaan. Pas in de Eerste Wereldoorlog als zij Henri Muller leert kennen geeft zij blijk in haar memoires, dat zij deze man aardig vindt. Zij trouwt uiteindelijk op latere leeftijd, in 1927, met deze Henricus Franciscus Petrus Muller (Oom Baas). Hij is wijnhandelaar, zijn vrouw zit in een krankzinnigengesticht en hij is katholiek. Hij leert Jeanne kennen in de oorlog 1914-18 en heeft ook enige tijd een kamer gehuurd op Vaartweg 55. Zijn vrouw overlijdt in 1926.
- Carel Philippus(Karel)(1875-1972) moet evenals zijn broer Henk ook predikant worden en wordt ook geplaatst op het internaat Ruimzicht in Doetinchem. Maar hij "verdomt" het en zegt, dat hij niets zal doen op school en er dan wel afgestuurd zal worden. Dat doet hij dan ook consequent. Jammer, want zonder een eindexamen kan hij niet verder studeren en er zat zeker een goed ingenieur in hem. Hij is ergens in de leer gegaan en is later bouwkundige geworden. En altijd aan het ontwerpen. Hij krijgt na enkele jaren een aanstelling bij de Gemeentelijke Reinigingsdienst van Rotterdam als bouwkundige. Hij trouwt in 1907 met Wilhelmina Jacoba Pisuisse, zuster van de cabaretier Jean Louis Pisuisse. Na haar overlijden hertrouwt hij in 1945 met Suzanna Cornelia Wolhoff, weduwe van Dr.Bom.
Hij leert zijn eerste vrouw kennen in feite dankzij zijn zuster Jeanne. Die komt op een dag thuis van school(Middelburg, zij wonen dan nog in Souburg) met het verhaal, dat er een nieuw meisje in de klas was gekomen met een rare naam "Pis, Pis", waarop haar moeder verontwaardigd zegt "maar Jeanne!!". Maar haar vader: "Heet zij misschien Pisuisse". Dat blijkt zo en het is de dochter van een oude vriend, met wie hij vroeger muziek maakte in Hellevoetsluis en die nu in Vlissingen woont. De vriendschap wordt hernieuwd, de klasgenoot van Jeanne wordt haar goede vriendin. Later leert Karel het jongere zusje Mien kennen, dat uitdraait op verkering. Carel "loopt" dan met Mien. Zo'n periode, zolang zij nog niet officieel verloofd zijn, is in die tijd een wat merkwaardig gebeuren, omdat zowel Mien als Carel bij de wederzijdse families officieel niet bestaan. Carel komt wel bij de familie Pisuisse en op een keer komt daar een oom van Mien, een verstrooide professor. In zijn verstrooidheid neemt hij de paraplu van Carel, maar die kan hem daar niet op wijzen. Hij bestaat immers niet! Carel volgt hem en gelukkig laat de verstrooide oom de paraplu vallen zonder het te merken en Carel kan hem oprapen en verdwijnen.
Uit dit eerste huwelijk wordt een dochter geboren.
- Johanna Christina(Christien of Tante Piep[je])(1877-1961) blijft ongetrouwd. Zij is in haar jeugd ziekelijk en is op het randje van de dood geweest. Zij wordt dan als een kasplantje behandeld en mag ook niet verder studeren. Zij behaalt in 1912 haar diploma L.O.piano en geeft uiteindelijk les op de Hilversumse Muziekschool. Zij is een keer verloofd geweest met Gerard (Brongeest ?), maar dat is niet door een huwelijk gevolgd. Zij heeft voor haar broer Chris van september 1909 tot april 1910 het huishouden gedaan in Amerika, wanneer zijn vrouw enige tijd in Nederland verblijft.
En naderhand beheert zij het drukke huishouden op de Vaartweg naast haar pianolessen. Dit is een hele opgave ook omdat haar zuster geheel opgaat in haar drukke praktijk. Zozeer, dat ..... De zusters zitten naast elkaar aan tafel.
Op een morgen staat Christien op van tafel. Kort daarna gaat de telefoon en het blijkt voor Jeanne te zijn. Het is haar zuster, die gebruikmakend van de telefoon van een van de huisgenoten zegt: "Ja Jeanne, dit is de enige mogelijkheid om iets tegen je te zeggen."!
- Janus Christiaan Karel(Chris)(1879-1949) de jongste van het stel is waarschijnlijk de avontuurlijkste van allen. Op school gaat het niet zo vlot en hij wordt naar een strenge kostschool voor moeilijke jongens in Utrecht gestuurd. Daar wordt hij uiteindelijk weggestuurd, volgens zijn eigen zeggen, omdat hij een der leraren door de deur gegooid heeft! Na zijn diensttijd wordt hij door zijn vader aan het werk gezet bij de drukkerij "De Mercuur", waarvan hij in 1905 directeur is. In 1906 trouwt hij met Dorothea van der Linden, omdat de wederzijdse families vinden, dat Chris zodanige aandacht aan Dorothea besteedt, dat een huwelijk onvermijdelijk geacht wordt. Dit huwelijk, hoewel gesloten, is nooit in vervulling gegaan, wat ook de buitenwereld duidelijk is.
In die periode wordt hij door zijn zusters Jeanne en Christien meegenomen naar Mevrouw Grothe in Hilversum, die in haar tuin openluchtspelen organiseert. Zij behoort tot de rijkste families van Hilversum en zij heeft de openluchtspelen in Nederland gentroduceerd2. Hij wordt voorgesteld als een mogelijke speler. Dat blijkt te klikken en hij komt in contact met haar dochter May. Het is liefde op het eerste gezicht!
Begin 1907 gaat Chris wegens alle moeilijkheden (ook zakelijke?) scheep naar Amerika om daar een nieuwe toekomst op te bouwen. May volgt hem enkele maanden later, deugdelijk gechaperonneerd door Mademoiselle Pauline Gendre, dame van gezelschap bij de moeder van Mevr.Grothe. De familie van Mevr. Grothe heeft verschillende pogingen in het werk gesteld dit huwelijk te verhinderen. Jeanne Vermaas is onder meer "op het matje geroepen" bij een oom van May. Haar ouders zijn er ook fel tegen maar zijn wel zo modern, dat zij May haar eigen bestemming laten volgen zodra zij de leeftijd van 21 jaar bereikt heeft. Na enkele weken trouwt zij in Amerika met toestemming van haar ouders met Chris.
Chris wordt eerst trambestuurder in New York en treft daar op een keer als conducteur op de tram de zoon van de koster uit Yerseke!
New York biedt uiteindelijk niet de verwachte mogelijkheden. Chris komt in contact met een Hr.Koster die een oliewinningsbedrijf heeft in Louisiana. Hij kan daar onderaan beginnen.
Een levensles en twee verhalen zijn uit die periode overgeleverd. De eerste is een ware levensles gebaseerd op zijn leven in een tent in de "bush". De levensles luidt: "Zorg, dat je altijd met mes en vork blijft eten aan een gedekte tafel ".
Het eerste verhaal is onvoorstelbaar voor vandaag. Chris heeft een van de eerste grammofoons meegenomen naar zijn tent. De daar wonende mensen staan perplex, deze man laat muziek komen uit een doos!
Het tweede verhaal is wel typerend voor de omstandigheden. Chris wil een avond naar het dichtstbijzijnde gehucht en krijgt een paard te leen. Dit paard blijkt, zoals dat vandaag heet, voorgeprogrammeerd. Het brengt Chris onder meer naar de kroeg. Op de terugweg hoeft of kan Chris het paard niet leiden. Het gaat rechtstreeks dwars door de struiken terug naar het tentenkamp. Chris komt dan ook iets gehavend aan. De eigenaar bleek gewoonlijk nogal diep in het glas te kijken.
Inmiddels is er een zoon geboren: Otto Victor. Bij een eerste bezoek aan Nederland blijkt hij een zwakke gezondheid te hebben. Er wordt besloten, dat Otto Victor bij "Gran"(zijn grootmoeder) blijft en May alleen terug gaat om met Chris in een tent in de rimboe te gaan wonen. Chris is daar achtereenvolgens cowboy, veerman en zelfs, naar eigen zeggen, parelvisser.
Naderhand vertrekt het echtpaar weer naar het Noorden naar Chicago. Otto Victor is nog steeds in Nederland. Chris krijgt een baan bij de Telephone Company en weet zich op te werken tot engineer dankzij zijn avondstudie die hij afgemaakt heeft voor het vertrek naar het Zuiden. Dit blijkt uit zijn "Letter of Intent" voor de naturalisatie(11-12-1909) waar hij vermeld als beroep "Telephone Instrument setter". Blijkens brieven van zijn superieuren wordt hij zeer gewaardeerd.
Dan breekt de Eerste Wereldoorlog uit en Chris meldt zich onmiddelijk als vrijwilliger voor het Nederlandse leger, ondanks het feit, dat zijn papieren voor de nationalisatie tot Amerikaans staatsburger al bijna rond zijn. Naast mogelijke vaderlandsliefde heeft dit waarschijnlijk nog een andere oorzaak. Zijn vader Hendrik heeft nagelaten een oproep voor herhalingsoefeningen door te sturen of te melden, dat Chris in Amerika woont. Chris wordt nu als deserteur beschouwd en door zich als vrijwilliger op te geven krijgt hij amnestie. Het huwelijk met May, dat waarschijnlijk al niet zo goed meer is, loopt door deze omstandigheden op de klippen. De echtscheiding wordt in 1915 uitgesproken.
De oorlog komt niet naar Nederland en Chris begint zich te vervelen. Zijn voormalige schoonmoeder Mevr. Grothe wil naar Chicago om haar dochter op te zoeken. Daar Chris wegens zakelijke mogelijkheden voor zich zelf verlof krijgt van het leger voor een kort bezoek aan de USA vraagt zij hem om haar begeleider te zijn. (Mevr. Grothe schrijft zelfs een boekje over deze avontuurlijke reis.) Hij komt in contact met John D.Rockefeller en krijgt enige opdrachten van hem voor Europa of Nederland. Deze opdrachten leggen hem geen windeieren en na de oorlog mag hij zich een rijk man noemen. Hij koopt een auto en een zeilboot. De rijkdom is helaas van korte duur. De commissionair, die het beheer voert over zijn kapitaal, gaat failliet. Deze heeft met zijn eigen kapitaal en dat van zijn klanten te veel risico's genomen en Chris blijft zitten met een schuldbekentenis!
Hij heeft inmiddels Brita Berggren ontmoet bij zuster Jeanne. Zij is Zweedse van geboorte. Zij komt uit een gezin van 9 kinderen. Haar ouders wonen in Lund, een universiteitsstad even ten noorden van Malmö. Hier is haar vader landbouwkundig hoofdingenieur verantwoordelijk voor Zuid-Zweden. In 1920 neemt zij deel aan de Olympische Spelen in Antwerpen als lid van het Zweedse Turnteam. Na afloop van de spelen werkt zij een jaar in Brussel bij het "Institut de Gymnastique Medicale" van Leon Dupont. Op 18-6-1921 komt zij werken bij het "Instituut voor Heilgymnastiek en Massage" van Jeanne Vermaas. In 1926 trouwen Chris en Brita in Zweden. Een zakenreis door Europa wordt tegelijkertijd hun huwelijksreis. De eerste dagen begeleid door zuster Jeanne!
Chris verandert van baan in 1930, wordt mededirecteur van een olie importbedrijf in Soest en verhuist naar die gemeente. In 1936 tenslotte verlaat hij dit bedrijf na onenigheid. Hij krijgt dan werk bij een tegelhandel, waar hij uiteindelijk beherend vennoot wordt.
Uit het derde huwelijk worden twee zonen geboren.
Na het overlijden van Chris gaat Brita Berggen weer werken in de praktijk van Jeanne Muller-Vermaas. Zij houdt dit vol tot de dood van Jeanne in 1973. Zij erft dan de praktijk, maar voelt zich nu te oud. Bovendien wordt het huis Vaartweg 55 verkocht en vervolgens afgebroken.
Voetnoten:
- Dr.D.A.Wittop Koning - Compendium voor de Geschiedenis van de Pharmacie in Nederland.
- Gulden Boek der Gemeente Hilversum 1955
- Indrukken van mijn reis naar Amerika voor mijn vrienden opgeschreven.
Mevr.A.Grothe-Twiss
m.at 'HEEREN zegen op u daal',
Zijn gunst uit Zion u bestraal':
Hij schiep 't heelal, zijn' naam ter eer.
Looft, looft dan aller heeren HEER!
n..J.Lepoeter - Kerk in perspectief. Verleden en heden van de Sint Maartenskerk te Wemeldinge. t.rans leven verteld aan Victor. Mevr.A.Grothe-Twiss
|
|